mate „pantserveilig" zijn is de factor „terrein" bij den afweer
van overheerschenden invloed. Een grondige studie van de kaart
en een plaatselijke terreinverkenning zullen dan ook den grond
slag moeten vormen voor elk pantser-afweerplan. Aan de hand
hiervan zullen de natuurlijke hindernissen of moeilijkheden,
welke het terrein aan het optreden van gepantserde eenheden
biedt, moeten worden uitgebuit en zoonoodig met kunstmatige
hindernissen en de hierna te bespreken afweërwapens worden
aangevuld, om zoodoende te geraken tot het zoo goed en zoo
kwaad mogelijk bezweren van het pantsergevaar, een en ander
eventueel teruggebracht tot het leiden van een optreden dezer
eenheden in bepaalde gunstige richtingen (het z.g. kanaliseeren
van een aanval van pantsereenheden)waardoor de bestrijding
met goed gevolg kan plaatshebben. Deze hindernissen moeten
echter aan bepaalde voorwaarden voldoen, willen zij het
gewenschte resultaat opleveren.
Deze voorwaarden zijn
Anti-tank hindernissen dienen allen soorten vechtwagens
en pantserauto's den opmarsch te beletten, dan wel hen buiten
gevecht stellen moeten zoodanig zijn opgesteld en geplaatst,
dat zij uit de verte niet als zoodanig zijn te herkennen, waar
door de tegenstander ze zou kunnen onwerkzaam maken dan
wel vernielen met zijn artillerie, bommen, a.a., of tijdig zou
kunnen ontwijken door de hindernissen te omtrekken of
terug te gaan. Een goede maskeering en een juiste opstelling
zijn als het ware bestaansvoorwaarden voor hindernissen.
Voorts moeten zij bestreken worden door vuur hindernissen
welke niet bestreken kunnen worden door vuur van artillerie,
mitrailleurs of infanterie werpen geen practisch nut af, aan
gezien de totale vernietiging van de vechtwagens en pantser
auto's dan niet mogelijk is en de bediening der pantsereen
heden in staat is, die hindernissen ongestoord op te ruimen
of onschadelijk te maken.
De keuze en constructie van den gekozen hindernisvorm is
in het algemeen afhankelijk van de factoren
1. Beschikbare tijd,
2. Het materieel dat ter plaatse aanwezig is of kan worden
aangevoerd,
3. Beschikbare werkkrachten en hun technische vaardigheid.
Enkele voorbeelden van hindernissen
1. Staaldraadkabels. Deze zijn voornamelijk bedoeld tegen
pantserauto's en dienen schuin over den weg gespannen en
aan stevige boomen bevestigd te worden, op een hoogte
van ongeveer 1 a 1,5 m boven het wegdek. De kabel moet
een diameter hebben van minstens 15 mm.
551