voren, nl. groote uitwerking op een zoo groot mogelijken afstand
en groote verplaatsbaarheid. Derhalve dienen als eischen te wor
den gesteld uitwerking op de te verwachten pantserdikten op
1000 m en betrekkelijk gering gewicht van het wapen, zulks aan
gezien de infanterie tot in de voorste linies gevolgd en het wapen
zoo noodig met mankracht door het terrein verplaatst moet kunnen
worden. Als derde voorwaarde is nog te noemen een geringe vuur-
hoogte ten verkrijging van een gedekte opstelling van het wapen.
Bovenstaande voorwaarden zijn moeilijk met elkaar in overeen
stemming te brengengewicht en uitwerking van het wapen
staan in een vaste verhouding tot elkaar. Het zal duidelijk zijn
dat de oplossingen verder uiteenloopen naarmate meer de nadruk
is gelegd op een van deze beide factoren, hetgeen heeft gevoerd
tot de constructie van verschillende wapens, van den 12,7 mm
mitrailleur via het 2 cm zelflaadgeweer en/of mitrailleur naar het
andere uiterste, n.l. het 10 cm afweerkanon.
Een verdere schiettechnische eisch is nog, dat het wapen een
groote trefzekerheid moet hébbenzij wordt verkregen door een
kleine spreiding, korte vluchttijden en gestreken baan van het
projectiel, dus door een hooge aanvangssnelheid, een groote
metaalbelasting op de dwarsdoorsnede en een gunstigen projectiel-
vorm. Deze eigenschappen sluiten nog het voordeel in, dat de
voorhoudsafstand klein wordt, terwijl de bestreken ruimte wordt
vergroot. Onontbeerlijk is daarbij een groot horizontaal schoots
veld.
Doorslaggevend voor een succesvolle beslissing van den strijd
is de uitwerking van het enkele schot, het snel vuurbereid zijn
en een groote vuursnelheid.
Diegene, die bij het verrassend verschijnen van een tegenstan
der het eerst raak schiet, heeft de grootste kans op de overwinning.
Hoe meer projectielen den tegenstander in een korten tijd treffen,
hoe eerder hij buiten gevecht zal zijn gesteld. Hierbij speelt de
uitwerking van het enkele schot een belangrijke rol. Het projectiel
zal bij het treffen van een pantserwagen het inwendige daarvan
door zijn eigen brisante lading moeten vernietigen. Dit vereischt
een kaliber van minstens 3,7 cm het projectiel moet immers niet
alleen een behoorlijk pantser-doorborend vermogen bezitten doch
ook een voldoende springlading bergen. Projectielen van kleiner
kaliber (2 cm en minder) kunnen practisch alleen als pantser
projectiel (vol projectiel zónder eigen lading) worden gebruikt
door het aanbrengen van een springlading zouden zij een te geringe
inwendige vastheid en daardoor een te gering pantserdoorborend
vermogen krijgen. Bovendien mag van een enkelen treffer van
klein kaliber geen afdoende uitwerking worden verwacht zelfs
het doorslaan van belangrijke onderdeelen, zooals b.v. de ketting
of het mechanisme, stelt het voertuig nog niet buiten staat, zijn
invloed op den loop van het gevedht te doen gelden. Hier staat
554