tempo van elkaar verschillen. Bij deze wijze van werken, wordt de meetspreiding, welke o.m. ontstaat door het afronden van de standen der zijposten, voor het volle bedrag medegenomen. Ten einde deze spreiding zooveel mogelijk te veronzijdigen bepaalt men het afstvl. normaal uit het verschil in meetafstand tusschen de laatst binnengekomen meting en een meting, welke hiermede twee meettempo's verschilt. Ter verduidelijking diene het vol gende voorbeeld Uit de metingen van 2 zijposten op het tijdstip A (schelsignaal) vindt men als meetafstand 12000. De volgende meting heeft, bij en meettempo van 20" plaats op A -f 20". De meetafstand blijkt nu 11800 te zijn. Het in 20" gevonden afstvl. is derhalve 200 m. De 3e meting geschiedt op A -f 40" de meetafstand bedraagt thans 11640. Het afstvl. per 20" is dan (12000 11640) 2 180 m. De 4e meting wordt verricht op A -f 60" men vindt als meet afstand 11450. Het afstvl. per 20" is nu (11800 11450) 2 175 m. Worden de meettempo's resp. Ai, A2, A3 An en de bij die meettempo's gevonden meetafstanden ampi, amp2, amp3 amp, genoemd, dan is het afstvl. per meettempo Ampn Amp(n.2) In werkelijkheid wordt het evenwel langs grafischen weg be paald men zet langs de Y-as van een rechthoekig assenstelsel den tijd in secunden, langs de X-as de gevonden afstandsverschillen in meters uit. Vindt men in den tijd T OA, waarin in het afstvl. Zijd in seconden F/&UUG 4 wordt bepaald een afstandsverschil van X OB meter, dan OBX in meters het gevonden afstandsverschil is tg. a OA in meters verschil is ontstaan, in sec. T in sec. de tijd, waarin dit afstands- afstvl in m/sec., of in woorden het 569 a.fsZa.nc/sversc/7'Z/en in we/ers

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1940 | | pagina 29