5. CAMOUFLAGE VAN GEBOUWEN TEGEN
LUCHTWAARNEMING
door
C. J. J. M. WALTMANN,
Kapitein-vlieger.
Uit talrijke luchtverkenningen is gebleken dat de waarneem
baarheid van gebouwen door verschillende factoren wordt beïn
vloed en wel door de geografische ligging, het karakter van de
omgeving, den vorm, de grootte, de kleur en schaduwwerking. Het
is daarom van het grootste belang bij het uitvoeren van bouwwer
ken, welke aan het oog van den luchtwaarnemer dienen te worden
onttrokken, met deze factoren rekening te houden.
Verschillende middelen zijn aanwezig om de taak van den
waarnemer ernstig te bemoeilijken, zoo niet onmogelijk te maken
en wel
1. keuze van de opstellingsplaats,
2. het uitbuiten van de terreingesteldheid,
3. aanpassing van den vorm aan de omgeving,
4. beschildering,
5. het aanplanten van hoornen en het aanbrengen van begroei
ing.
6. gebruik van camouflagenetten,
7. het maken van schijnobjecten.
Ad 1. KEUZE VAN DE OPSTELLINGSPLAATS.
De keuze van de opstellingsplaats is van het allergrootste belang
om een doelmatige camouflage te verkrijgen. Zoo dienen terrein-
punten, die den waarnemer reeds bij een vluchtige beschouwing
ook van groote hoogte moeten opvallen, te worden vermeden. Van
militair belang zijnde objecten mogen derhalve niet zijn gelegen
bij oriëntatiepunten, als samenloopen of opvallende bochten van
rivieren, watervlakten, karakteristieke hoogteruggen of bergen,
markante punten aan verkeerswegen of groote alleenstaande
gebouwencomplexen.
Bij het vaststellen van de opstellingsplaats is een juiste kennis
van het landschapsbeeld vereischt.
573