9. DE BEVESTIGING VAN ONS GEZAG IN PALEMBANG
EN OP BANGKA IN HET BEGIN DER 19e EEUW
door
F. G. L. WEIJERMAN,
Majoor van den Generalen Staf.
(met twee schetsen).
Velen, die evenals wij te Palembang in garnizoen zijn geweest,
zullen onbekend zijn met althans weinig weten van de
krijgsbedrijven in de periode, waarin ons gezag in dit gedeelte
van den archipel werd gevestigd. Daar zij echter stellig in de
historie van hun voormalige standplaats belang zullen stellen en
wij in Fastes Mïlitaires des Indes-Orientales Néerlandaises van
A. J. A. Gerlach interessante gegevens daarover aantroffen,
willen wij niet nalaten deze hier onder de aandacht te brengen.
V oorgeschiedenis.
Na den val van Napoleon werd 13 Augustus 1814 het verdrag
van Londen onderteekend, waarna op den len Januari 1815 de
overzeesche gewesten van de voormalige Bataafsche Republiek
met uitzondering van Kaap de Goede Hoop, Demerary, Esse-
quebo en Berbice aan het herstelde Nederland werden terug
gegeven. Nog eenmaal zij het slechts honderd dagen zou
de groote veldheer de rust in Europa verstorende reis per
Bellerophon naar St. Helena deed hem ten slotte voor goed van
het tooneel verdwijnen en tevens het laatste vleugje van Sir
Thomas Stamford Raffles' hoop, deze gewesten voor Engeland
te behouden, in rook vervliegen.
Geleidelijk herwon Nederland zijn krachten, terwijl het met
de overname van het bestuur in Indië door een drietal commis
sarissen-generaal 2) zijn gezag opnieuw begon te vestigen. Baron
van der Capellen, bestemd om gedurende vijf jaar het ambt van
Gouverneur-Generaal te vervullen, zette 9 Mei 1815 voet aan wal,
den volgenden dag gevolgd door den nieuwen legercommandant,
generaal Antingh. Van Engelsche zijde vertraagde men de over
gave zooveel als mogelijk was ten slotte kreeg zij na twee jaren
van onderhandelen haar beslag: de plechtige overgave vond
19 Augustus 1816 plaats. Op dien dag werd de Engelsche vlag
1Verschenen, in 1859 bij Joh. Noman Fils (Zalt-Bommel).
2) Elout, Buyskes en v.d. Capellen.
597