gevierd en de Nederlandsche driekleur geheschen. Vervolgens werden naar de verschillende buitengewesten commissarissen gezonden voor de overname van het gezag. De heer Muntinghe, in October 1817 benoemd tot commissaris voor Bangka en Palembang, kreeg o.m. opdracht na te gaan of Nayam, de Inheemsche vorst in dit gebied (een jonge zwakke, weinig beteekenende figuur) geschikt was om op den troon te worden gehandhaafd. Hij wist 23 Juni 1818 een verdrag tot stand te brengen, waarbij Sultan Nayam zijn souvereine rechten afstond aan het Ned.-Indische Gouvernement. Een gedeelte van het gebied werd den Sultan afgenomen en toegewezen aan zijn broer, den vroegeren (ouden) sultan. Kort daarop werd door Raffles, te dien tijde te Bengkoelen verblijvende Bengkoelen kwam eerst in 1824 onder Neder- landsch gezag terug in het Palembangsche geïntrigeerd. Hij trachtte n.l. den jongen sultan voor het Engelsche gezag te winnen en tegen het Ned.-Indische Gouvernement op te zetten. Door krachtige maatregelen werd dezen pogingen echter de kop inge drukt. Commissaris Muntinghe liet den jongen sultan met zijn familie naar Java overbrengen. Raffles toonde zich meer en meer vijandig tegenover het Ned. gezag x)Geheel wederrechtelijk plantte hij bijv. kort daarop de Engelsche vlag in de Lampongsche districten, bij Simangka zijn optreden werd dermate aanmatigend, dat onze gezagshandhaving in het Palembangsche er ernstig door werd bemoeilijkt. E.e.a. vormt dan ook een van de hoofdoorzaken van den bloedigen krijg, welke kort daarop in dit gedeelte van den archipel volgde. Commissaris Muntinghe hield na de overbrenging naar Java van den jongen sultan een wakend oog op den eveneens met Raffles heulenden ouderen broer, sultan Mahmoed-Bader-Eddin. Ondanks de goede bedoelingen en pogingen van onze zijde, zette de sultan zijn geïntrigeer voort en overviel hij in Juni 1818 onver wachts het ongeveer 500 man tellende geheel onversterkte garni zoen Palembang. De aanval werd afgeslagen terwijl de aanranders moesten terugtrekken in den „dalam" van den sultan (den huidigen kraton)De korvetten Eendracht en Ajax der Kon. Marine gingen daarop tegenover den dalam, ter hoogte van het paleis, ten anker en openden het vuur, dat echter op de 10 meter hooge en 1.80 m dikke kratonmuren niet de minste uitwerking had. Ook een detachement onder bevel van majoor Tierlam 1) In 1819 plantte Raffles, man van groot formaat met een ver vooruit- zienden blik, de Engelsche vlag op het eiland Singapore, dat toen nog van geringe beteekenis was. Ook deze daad was geheel wederrechtelijk aangezien het eiland behoorde tot het gebied van den sultan van Djohore, die een vazal was van het Ned.-Indische Gouvernement. Singapore was nog slechts een plaats van geringe beteekenisin I860 telde het reeds 100.000 inwoners, thans is het van enorme beteekenis zoowel voor den handel als uit strategisch oogpunt voor het Britsche Imperium. 598

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1940 | | pagina 64