Kort na den aanvang van den overtocht vielen twee transport schepen uit. De Jacoba en Selima, aan boord waarvan zich twee compagnieën infanterie van het 18e Regiment bevonden, leden n.l. schipbreuk op de Duizendeilanden. Erger nog dan de strijd tegen de branding waren de hitte en de cholera binnen twee dagen bezweken 60 man aan de gevreesde ziekte. De schrik sloeg den overigen om het hart. Vrij plotseling verdween de cholera weer, waarna de overtocht verder zonder tegenslag verliep. De ondiepten voor de Soensang waren door de Marine tijdig verkend, zoodat geen tijd verloren ging met lossen voor en weer inladen na de bank en 8 Juni het riviereiland Borang werd gepas seerd, waar geen hinder van den vijand werd ondervonden. Hoewel het kanaal van Salanama, waarvan de doorvaart was verkend door de luitenants ter zee Scheidius en Lans, meer moeilijkheden gaf, werd dank zij uitstekende navigatie, waarbij zich de fregat kapitein Bakker en de marineofficieren Pické en Freudenberg bijzonder onderscheidden, op 12 en 13 Juni het anker uitgeworpen tegenover de vijandelijke batterijen, waarvan het beloop en de bewapening een goed militair inzicht verrieden. De voorhoede, bestaande uit twaalf lichte schepen, elk met een stuk van 18 pond, werd verdeeld in drie divisies, onderscheidenlijk onder bevel van de marineofficieren v.d. Ende, Halewijn en Jolly. De Van der Werff, de Elizabeth Jacoba (aan boord van welke brik zich de familie van Sultan Nayam Eddin bevond)de Nassau en de korvetten Ajax en Zwaluw volgden op halven kanonschot afstand. Als derde linie gingen ten anker de transportschepen Zeepaard, Venus en Sirene. Talrijke verkenningen werden ver volgens uitgevoerd door de kolonels Bisschof en la Fontaine, de Oversten Riesz, Cochius en Taets van Amerongen en door den kapitein der genie v. d. Wijck, waarbij men tot de conclusie kwam, dat de verdediging in hoofdzaak was geconcentreerd op het eiland Gambora en op de oevers van de Pladjoerivier. Ondanks de ver moeienissen van deze voorbereidingen en ondanks de ondragelijke hitte en de cholera was de geest van den troep uitstekend. Een voorbeeld van de voorbeeldige plichtsbetrachting van onze matrozen vormde het volgende De brandvlotten, waarvan de vijand zich veelvuldig bediende, eischten de voortdurende oplettendheid en vaardigheid onzer marine. Een ooggetuige verhaalde daarvan Medio Juni keek ik en met mij vele kameraden met weinig gerustheid naar den geringen afstand, welke een aantal brandvlotten scheidde van den boeg van onze oorlogsschepen. Op 'het oogenblik dat de vlotten, voortgedreven door een kraehtigen stroom, dreigden ons geheele eskader in brand te steken, waren wij getuige van de ver metelheid, de besluitvaardigheid en de toewijding waarmede de matrozen van het fregat Van der Werf htm schip en de vloot wisten te redden. De situatie was hoogst kritiek. Verscheidenen sprongen, de enterbijl in de hand, te water hun overschrokkenheid redde onze vloot van het vuur dat haar aan alle zijden bedreigde. Zwemmende 602

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1940 | | pagina 68