batterij was ons, 'het laatste bolwerk aan de Pladjoerivier was
genomen.
Overdekt met wonden, meer dood dan levend werd Veltman van
het gevechtsterrein gedragen. Gelukkig herstelde hij, terwijl het
ridderkruis der Militaire Willemsorde en de officiersepauletten zijn
lijden inmiddels deden vergeten.
Bij dagorder van 25 Juni 1821 sprak Generaal de Koek zijn
groote erkentelijkheid uit tegenover de troepen en prees hij de
uitstekende samenwerking tusschen land- en zeemacht.
De overwinning bracht de beslissing van dit krijgsbedrijf. De
kraton was het eenige bolwerk dat nog te nemen viel. Wel zou
een hardnekkige verdediging daarvan met zijn 74 vuurmonden en
zijn dikke en hooge muren ons nog een flinke taak zijn geweest,
doch Mahmoed Bader Eddin zag in, dat het spel was verloren en
koos de wijste partij. Hij gaf zich op genade en ongenade over.
Totaal had men 200 vuurmonden op den vijand veroverd, waarvan
31 van brons.
4 Juli werd de vervallen sultan met zijn gezin aan boord van
de Dageraad ingescheept, waarop hij naar Batavia werd overge
bracht, om later te worden vervoerd naar Ternate waar hij zijn
verder leven sleet.
De pretendent besteeg thans den troon onder den naam Ratoe
Ahmat-Nayam-Eddin. Zijn vader kreeg den titel Soesoehoenan
Ratoe Hosein Dlia Eddin.
Luitenant-kolonel Taets van Amerongen, adjudant van den
Gouverneur-Generaal en luit.-ter-zee Koopman, die licht gewond
was, werden belast met de overbrenging van het overwinnings
rapport naar Batavia zij werden later uitverkoren om het nieuws
naar het moederland te brengen. In een aan Generaal de Koek
gericht schrijven van 16 Juli brengt de Gouverneur-Generaal
hulde aan allen die deel uitmaakten van de expeditie en in het
bijzonder aan haar bekwamen commandant. Een lange lijst van
koninklijke onderscheidingen volgde later als slot van dit roem
volle krijgsbedrijf, waarin land- en zeemacht hand in hand de eer
van Nederland hoog hielden. Generaal-majoor de Koek werd
bevorderd tot Luitenant-Generaal en benoemd tot commandeur in
de Militaire Willemsorde.
De nieuwe commissaris, de Heer van Sevenhoven, die in October
1821 optrad, stelde spoedig wijziging voor van het met den nieuwen
sultan gesloten contract. Deze wijziging werd 18 Augustus 1823
in den kraton onderteekend. Tegen een maandelijksche vergoe
ding van 1000 Spaansche matten a 2.55 stond de sultan zijn
souvereine rechten voor goed af aan het gouvernement.
Niet lang daarna gingen de sultan en zijn vader aanvankelijk
op bedekte wijze over tot verzet. In den nacht van 23 op 24
November 1824 liet hij zelfs een aanval doen, welke ons een
twintigtal gewonden kostte, terwijl de aanvallers moesten terug
trekken. Wel vroeg de Soesoehoenan vergiffenis voor zich en zijn
608