Hierop antwoordde de Regeeringsgemachtigde voor Algemeene
Zaken.
611
macht en Haar onderdanen in Nederland waaronder met name de velen,
die ons dierbaar zijn gekomen is.
Wij moeten echter dit alles aanvaarden als ons onder bestiering van den
Almachtige opgelegd en onze persoonlijke gevoelens door het besef onzer
historische roeping doen overheerschen.
Wij zullen onzen plicht blijven vervullen
trouw aan onze Koningin,
gehoorzamende de door Haar ingestelde regeeringen,
bevestigende onze bereidverklaring, den 29sten Augustus van het vorig
jaar al uitgesprokenonder alle omstandigheden ons om onze Regeering
te scharen en haar te schragen,
thans meer dan ooit vastberaden te doen wat van ons wordt geëischt
en te zoeken naar al wat wij bovendien kunnen verrichten,
om mede Indië te behoeden,
om mede Nederland te herstellen, en
om mede het Koninkrijk der Nederlanden te handhaven,
steunende op de krachten, welke ons gebleven zijn, op de macht onzer
bondgenooten, en op de rechtvaardigheid onzer zaak,
vertrouwende op de overwinning uiteindelijk van recht over geweld, en
overtuigd, dat door deze beproeving het Koninkrijk der Nederlanden onder
het Huis van Oranje sterker zal worden vereenigd, de rijksdeelen beter
nog elkander zullen leeren verstaan, en alle volkeren, die te zamen het
Koninkrijk bewonen, tot vollen wasdom zullen uitgroeien.
Ten slotte willen wij onze gedachten samenvatten in de woorden van
den LandvoogdGeen ontmoediging maar vastberaden werkzaamheid en
God bescherme Koningin en Koninkrijk,
en willen wij Hem kracht en wijsheid toebidden bij Zijn regeering in
Haar naam over deze landen.
Deze verklaring heb ik afgelegd namens den geheelen Volksraad.
Mijnheer de Voorzitter Het heeft de Regeering verheugd, dat het College
van Gedelegeerden in een buitengewone vergadering bijeen is gekomen om
spontaan in het openbaar uiting te geven aan de gevoelens, die de leden
van den Volksraad thans bezielen. U hebt zich, Mijnheer de Voorzitter,
tot tolk gemaakt van wat thans in de harten leeft en getuigenis afgelegd van
de smart om het onzegbaar onheil, dat Nederland heeft getroffen getuigenis
echter ook van het vaste vertrouwen, dat Nederland onder Gods bescher
ming en de wijze leiding van onze geëerbiedigde Koningin uit deze ramp
zal herrijzen.
De trouw en aanhankelijkheid, waarvan U, Mijnheer de Voorzitter, namens
het College blijk gaf, hebben de Regeering getroffen. Met warme erken
telijkheid aanhoorde Zij de door U uitgesproken bede, dat kracht en wijsheid
haar deel mogen zijn. Zwaar is de taak, die thans op de Regeering rust.
De medewerking van alle ingezetenen van dit deel van het Koninkrijk en
in het bijzonder ook die van den Volksraad zullen haar schraden en tot
steun zijn. Met verbeten vastberadenheid en strikte plichtsbetrachting, met
opofferingen doch ook met rustig zelfvertrouwen zullen Regeering en Volks
raad samenwerken aan de grootsche taak om, trouw aan het Oranjehuis,
Nederlandsch-Indië te behoeden, het zwaar beproefde Nederland met alle
ten dienste staande middelen te steunen en het Koninkrijk te handhaven.
In de proclamatie, welke Hare Majesteit de Koningin twee dagen geleden
heeft uitgevaardigd, en in de woorden, die de Gouverneur-Generaal in