613
zoeken, waarvan U reeds mededeeling is gedaan en die straks in de Com
missie van Overleg in bespreking komt.
De Regeering meent goed te doen deze samenvatting van feiten te geven,
teneinde duidelijk te doen zijn, dat ondanks de belangrijke veranderingen,
welke hier en elders van den oorlog het gevolg zijn, het normale staats
bestel niet dan tijdelijk behoeft te worden verstoord en die veranderingen
tot dusverre grootendeels door de bestaande organen konden en kunnen
worden opgevangen.
Hiermede komt de Regeering tot het tweede deel van haar verklaring,
die gevolg is van het herstelde contact met het Opperbestuur en die strekt
tot verduidelijking van de positie van Harer Majesteits Regeering.
Tegen het feit, dat de feitelijke verblijfplaats van de Neder-
landsche Regeering t ij d e 1 ij k naar Londen moest worden overgebracht,
levert het bepaalde in artikel 21 der Grondwet, dat den zetel der Regeering
aan het territoir van het Rijk in Europa bindt, geen bezwaar. In inter
nationaal verband is de positie van het Koninkrijk, als met de Regeeringen
van Groot-Brittannië en Frankrijk geallieerde mogendheid, in beginsel gere
geld. Eenheden van onze land- en zeemacht zetten den strijd aan de zijde
van onze bondgenooten voort. Aanwending van onze economische hulp
bronnen in de oorlogvoering wordt onder het oog gezien. Ten aanzien van de
overzeesche gebiedsdeelen is een regelmatige voortzetting van het Opper
bestuur der Kroon gewaarborgd, terwijl een doelmatige personeelsorganisatie,
onder leiding van den verantwoordelijken, door de Kroon benoemden
Minister, de feitelijke uitoefening ervan verzekert. Internationale behartiging
van de economische belangen der overzeesche gewesten wordt, ook in de
nieuwe verhoudingen, met kracht voortgezet.
Ook hier is dus, bij groote verandering, de eenheid in de staatsorganisatie
behouden en haar ongebroken en krachtige werking gewaarborgd.
(Voorzitter en overige leden verheffen zich van hunne zetels)
Tenslotte, Mijnheer de Voorzitter, heeft Hare Majesteit de Koningin de
Indische Regeering opgedragen den Volksraad mededeeling te doen van Haar
onwrikbaar vertrouwen in de bereidheid van het College om mede te werken
aan de handhaving van de eenheid van het Koninkrijk der Nederlanden
en het te boven komen van de moeilijkheden, waarin het zich thans bevindt,
in de overtuiging, dat met Gods hulp en aller medewerking de uiteindelijke
overwinning van onze gerechte zaak zal worden behaald.
De Voorzitter antwoordde als volgt
Mijnheer de RegeeringsgemachtigdeDe Volksraad is de Regeering erken
telijk, dat Zij reeds in deze tweede buitengewone vergadering in oorlogstijd,
onze eerste samenkomst om onze taak als Indische medewetgever voort te
zetten, een nadere verklaring heeft willen afleggen. Met voldoening heeft de
Volksraad vernomen, dat de Regeering reeds nu gelegenheid heeft, met den
Volksraad het overleg te hervatten, zij het uiteraard dat, wat in het
bijzonder de wetgeving betreft, dit overleg is te beperken en te bespoedigen.
De Volksraad ziet gaarne het door de Regeering toegezegde overzicht
over wat tot nu toe is verricht tegemoet en de Volksraad heeft goede ver
wachtingen van de informeele besprekingen, die in de Commissie van Overleg
zullen worden mogelijk gemaakt.
Van de zijde van den Volksraad moge ik de Regeering verzekeren, dat
onze Raad niet alleen tot het voortzetten van het overleg bereid is, doch
er zich mede van bewust is, dat noodig is een omschakeling, ook van onze
instelling, op de eischen van dezen tijd, en dat het noodzakelijk is, in het
bijzonder voor ons, ervoor te waken, dat de medezeggenschap der volks
vertegenwoordiging niet de bestuurskracht der Regeering zal verzwakken,
maar deze juist zal versterken en dat wij dit zien als een voorwaarde, opdat
de democratisch ingerichte landen zich zullen kunnen handhaven tegenover
de autocratisch overheerschte staten.