Ik geloof in één God
Ik geloof in één Vaderland
Ik geloof in een eeuwige Goddelijke gerechtigheid»
Ik geloof in de wederopstanding van Nederland.
614
Deze gelegenheid, Mijnheer de Regeeringsgemachtigde, moge ik aangrij
pen, om namens den Volksraad en namens de geheele Indische burgerij, tot
de Regeering een woord van 'buitengewone waardeering te richten voor wat
Zij, blijkbaar terdege voorbereid, met hare adviseurs, ambtenaren en mede
werkers heeft gedaan, om de gerezen ontzaglijke moeilijkheden het hoofd
te bieden en den opbouw van een nieuw Nederlandsch-Indië ter hand te
nemen, zoodoende een indrukwekkend en bezielend voorbeeld gevende van
haar leuze geen ontmoediging, maar vastberaden werkzaamheid.
De uiteenzetting, Mijnheer de Regeeringsgemachtigde, door U gegeven
van de positie der Nederlandsche regeering, thans tijdelijk te Londen geves
tigd, is door ons met instemming aangehoord en heeft ons inzicht gesterkt,
dat de functionneering van ons staatsrecht in hoofdzaak gewaarborgd is.
Dat eenheden van de Nederlandsche land- en zeemacht, zoo talrijk als
mogelijk is, zullen blijven strijden aan de zijde der Geallieerden, gaf ons
een gevoel van vreugde, ondanks alle smarten, aan den oorlog verbonden.
Moge de Nederlandsche weermacht bijdragen tot de uiteindelijke zege der
Geallieerden en spoedig mede Nederland bevrijden.
Mijnheer de Regeeringsgemachtigde Diep getroffen heeft het den Volks
raad, dat het Hare Majesteit de Koningin heeft behaagd, de boodschap tot
ons college te richten, die U ons zooeven hebt overgebracht. Deze bood
schap bevestigt ons wat wij wisten, dat Hare Majesteit de Koningin, hoe
zwaar ook beproefd, voortbouwend op de traditie der Oranjes, Hare roeping
vervult en voortdurend Haar zorgen doet uitgaan over Haar geheele konink
rijk. Het vertrouwen, door Hare Majesteit ook in ons gesteld, zal niet worden
beschaamd. De medewerking, waartoe Zij ons oproept, zal ten volle worden
verleend. Wij deelen het geloof van Hare Majesteit in een betere, en schoone
toekomst. In dienzelfden geest, Mijnheer de Regeeringsgemachtigde, heeft de
Volksraad den lGen Mei reeds getuigd. Eerbiedig mogen wij de Regeering
verzoeken, wat toen en nu hier werd gesproken, Hare Majesteit wèl te willen
aanbieden.