bij voorkeur niet grooter dan 600 m moet worden genomen. Hierbij
dient echter rekening te worden gehouden met de ligging van het
eigen afsluitingsvuur en eventueel ook met andere voorbereide
vuren. Het bezwaar, dat een in de strook van het eigen afsluitings
vuur gelegen mijnenveld door dat vuur zou kunnen worden opge
ruimd, behoeft echter niet overwegend te worden geacht, daar
men dit vuur zelf in de hand heeft terwijl het over het algemeen
niet behoeft te worden afgegeven vóór dat de den aanval steunende
vechtwagens de hindernis hebben bereikt.
Ten einde het opruimen te voorkomen dienen vóór de hoofd-
weerstandslijn aangelegde mijnversperringen door speciaal daar
voor aangewezen automatische wapens te worden beschermd. Voor
het verder buiten gevecht stellen van de vijandelijke vechtwagens
moet elk mijnenveld ook door pag. kunnen worden bestreken.
Achter de hoofdweerstandslijn zullen vechtwagenmijnen slechts
met zeer veel overleg kunnen worden aangelegd daar zoowel de
aan artillerievuur blootgestelde punten als de voor tegenaanvallen
benoodigde terreinstrooken niet kunnen worden gebruikt. Men
zal dus veelal moeten volstaan met het gereedhouden van een
reserve aan pioniers voor het snel leggen van geprojecteerde mijn-
versperringen zoodra de omstandigheden dit wenschelijk maken.
Ook bij de verdediging kunnen mijnen met vrucht worden aan
gewend ter beveiliging van flanken en verbindingen.
IX. TERUGTOCHT.
Voor een vervolging zullen door den vijand in de eerste plaats
gepantserde en gemotoriseerde eenheden worden ingezet, waarvan
het snel doordringen door de met de dekking van den terugtocht
belaste afdeelingen moet worden belemmerd. Het tempo waarin
een terugtocht moet worden uitgevoerd zal als regel niet toelaten
dat behalve op de voornaamste toegangswegen vaste vecht-
wagenhindernissen worden aangelegd. Hierdoor wordt gedurende
den terugtocht een ruim gebruik van vechtwagenmijnen noodza
kelijk, zoowel bij de achterhoede als ter bescherming van de terug
tochtswegen. Ten einde de pioniers hierbij niet voor een onuit
voerbare taak te stellen, zullen de aan te brengen mijnversper
ringen in de eerste plaats door de met de dekking van den terug
tocht belaste infanterie en lichte troepen moeten kunnen worden
gelegd. Strooimijnen kunnen vooral op minder belangrijke punten
veelvuldig worden toegepast. Gestreefd dient te worden naar de
combinatie pag.mijnenveld, doch in voor tanks gunstig terrein
zal het vaak voorkomen dat aan beide afweermiddelen afzonder
lijke opdrachten moeten worden verstrekt. Bij een terugtocht geldt
echter in verhoogde mate dat elke vechtwagenhindernis door van
automatische wapens voorziene detachementen moet worden
bewaakt, welke detachementen zich desnoods ten behoeve van het
geheel opofferen.
654