en reken tenslotte af met den aldus geïsoleerden sterkste" en voorts„Voert den oorlog zoo economisch mogelijk. Daarom nimmer rechtstreeksche aanvallen alleen, indien eenigerlei indi recte actie, van welken aard ook, mogelijk is." Men voert geen oorlog om der wille van den oorlog, doch om te winnen. Laten wij toch nimmer meer het diepste wezen van den oorlog op zichzelf verbloemen. De oorlog is opperste immoraliteithij, die dit zonder scrupules in diepste stilte erkent, heeft een grooten voorsprong op een tegenstander, die dit niet kan of durft inzien Na zich in den rug te hebben veilig gesteld, deed Hitier den aanval op Noorwegen. Hij koos dit land het eerst ten einde bij zijn gewaagde onderneming zooveel mogelijk profijt te trekken van het element der verrassing. Zijn opzet gelukte, doch lichtte tevens een tipje op van den sluier, waarachter de Duitsche opzet was verborgen. Deze opzet was Napoleontisch tot in uiterste finesses. Groot-Brittannië was onderkend als de sterkste tegen stander. Doch Groot-Brittannië was nog steeds door de zee van het vasteland gescheiden, zoodat Hitler in wezen voor dezelfde moeilijkheid stond als Napoleon. Tegenover de Britsche vloot en de Britsche blokkade kan Hitier vooralsnog slechts een continen taal stelsel opbouwen. Economische verzwakking van den tegen stander ligt aan dit plan ten grondslag. Doch om dit plan te kunnen volvoeren, moeten de Duitschers de Europeesche kusten beheer- schen. Deze noodzaak was voor Hitier zoo klemmend, dat hij geen rekening kon houden met den wil der kleine kustnaties, neutraal te blijven. Het was te voorzien, dat deze naties zich niet klakkeloos aan den Duitschen druk zouden onderwerpen. Hitier heeft daarom, al zijn verklaringen ten spijt, alle Westersche staten, Nederland incluis, van den beginne af als één groote, vijandige coalitie beschouwd die hij den oorlog zou aandoen, zoodra daartoe voor hem het juiste oogenblik was aangebroken. In den letterlijksten zin is dan ook de agressie tegen Tsjecho-Slowakije te beschouwen als het begin van den oorlog tegen Nederland. Nauwelijks hadden de Duitschers voldoende Noorsche kustlijn in handen, of de directe aanval op Nederland en België werd ingezet. In Vlaanderen en Artois stonden de Belgische en Britsche legers, zoomede Fransche eenheden. Door een bliksemsnelle door braak werden zij van het gros van de Fransche strijdkrachten gescheiden en omsingeld. Het is zeer waarschijnlijk, dat hiervan het Belgische leger in getalssterkte het grootst was. Toch werd de hoofdkracht van de Duitsche legers eerst tegen de Belgen ingezet. Hoewel dit op het eerste gezicht den schijn wekt, dat de Duitschers hier niet aan hun beginsel vasthielden, is het tegendeel waar. Twee belangrijke factoren beheerschen het moreel van den soldaat in hooge mate, n.l. zijn vaderlandsliefde en zijn gezinszorg. Bij de Britsche soldaten, die op vreemden bodem streden, betee- kende standhouden tot het uiterste zoowel het behoud van het 657

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1940 | | pagina 29