eigenen zich valschermtroepen het best. Kleine afdeelingen,
ver achter het front neergelaten, ruim voorzien van auto
matische wapenen en munitie, kunnen veel schade aanrichten
en binden in verhouding tot hun sterkte veel troepen van
den tegenstander.
c. het bezetten van défüé's. Terugtrekkende of vertragende
troepen worden in den rug bedreigd en loopen kans afgesneden
en vernietigd te wordenaan reserves wordt het oprukken
belet, althans bemoeilijkt. Deze opdrachten zullen eveneens
aan valschermtroepen worden gegeven.
d. het bezetten van vitale objecten (vliegterreinen, radio-stations,
electrische centrales e.d.) ter desorganisatie van 's vijands
verdediging. Hiervoor zullen veelal valschermtroepen worden
gebruikt in samenwerking met luchtinfanterie.
e. acties op groote schaal in den rug van den vijand. Hierbij
zullen valschermtroepen steeds in samenwerking met lucht
infanterie, artillerie enz., optreden. Dergelijke ondernemingen
moeten in operatief verband worden gezien en nemen den
vorm aan van een „verticale omvatting".
Bijzondere aandacht vraagt de wijze van optreden van lucht-
troepen tot het tijdstip, waarop zij zich na de landing hebben
verzameld (daarna gedragen zij zich in groote trekken als „gewo
ne" infanterie, artillerie enz.) omdat zij uiteraard van grooten
invloed is op de wijze van bestrijding.
Alleenstaande parachutisten zijn ondanks moderne bewape
ning betrekkelijk zwakzij loopen groote kans te worden
vernietigd. Het is voor hen dus reeds een kwestie van lijfsbehoud,
zich zoo snel mogelijk te verzamelen. Het verzamelpunt zal in
den regel de plaats zijn, waar de officieren op den grond zijn
gekomen. Om de aanvoerders te onderkennen, zijn hun parachutes
gestreept of geblokt in zwart of wit. Ook verzamelde valscherm-
afdeelingen zijn nog relatief zwak. Hulp van eigen troepen is
niet mogelijk, althans niet direct. Elke weifeling kan vernietiging
beteekenengroote besluitvaardigheid en vastberadenheid zijn
voor parachutisten derhalve onmisbare eigenschappen, welke hun,
die het gevaar tijdens de opleiding dagelijks in verschillende vor
men onder de oogen zien, a.h.w. vanzelf worden bijgebracht. De zoo
verworven mentaliteit roekeloosheid, ontembare aanvalsgeest
en verachting van alle gevaar, zelfs doodsgevaar zal het op
treden op den grond beïnvloeden. Daar zal het parool zijn er op
of er onder. Beteekent dit, dat alle middelen zijn toegestaan
Geenszins. Toch dient men, zooals de ervaring heeft geleerd,
erop te rekenen, dat valschermtroepen zich in hun strijdwijze
wellicht niet zullen beperken tot geoorloofde middelen doch
de mentaliteit van de geheele strijdmacht en haar leiding zijn
daarop uiteraard van invloed eerder dan grondtroepen ook onge
oorloofde middelen te baat zullen nemen. Zoo moet men erop
666