het intreden van de spanning deze maatregelen dienen derhalve
reeds in vredestijd te worden genomen.
Tot deze maatregelen behoort het omringen met doeltreffende
hindernissen van alle belangrijke objecten als telegraaf- en post
kantoren, radiostations, electrische centrales en waterwerken
alsmede vliegvelden en terreinen, die voor landingen in aan
merking komen (groote exercitievelden, pleinen en sportterreinen)
Vele van deze terreinen kunnen steeds onbruikbaar worden
gehouden. Exercitievelden, uitgestrekte pleinen e.d. kan men
beplanteneenige verspreid staande hoornen maken ze reeds
ongeschikt voor landingsplaats.
Zoo zijn er nog tal van middelen om normaal daartoe geschikte
terreinen ongeschikt te maken voor het uitvoeren van landingen,
zonder het gewone gebruik te bemoeilijken of onmogelijk te
maken.
Vliegvelden, die te eigen behoeve zijn open te houden, dient
men snel te kunnen versperren. Zulks kan geschieden door al
wat rijden kan op het vliegveld op te stellen zoodra een aanval
dreigt, maar ook door kabels in smalle, betonnen goten te spannen
en deze op te trekken indien het noodig is. De kabels zijn ver
bonden aan scharnierende palen van ongeveer 1 m lengte, welke
plat op het veld liggen en bij gevaar worden overeind gezet. Dit
kan centraal gebeuren waardoor men snel een doeltreffende
hindernis kan stellen.
Doch ook de opstellingen van de bezettingen van de belangrijkste
objecten moeten van hindernissen worden voorzienzij dienen
dien bezettingen mede tegen luchtaanvallen dekking te verleenen
en derhalve te zijn gemaskeerd. Hetook bij duisternis kunnen
afgeven van gericht vuur op aanvallers vereischt voorts een
goede verlichting van het omliggende terrein en de hindernissen.
Tot de passieve afweermiddelen zijn nog te rekenen de verbin
dingen van de objecten onderling en met bevelvoerende instanties;
zij moeten ondergronds worden aangelegd of door middel van
radio tot stand worden gebracht.
Tenslotte kan inneveling van objecten en hun omgeving het
verzamelen en het juist en in de juiste richting optreden van de
valschermers en het dalen van vliegtuigen verhinderen of be
moeilijken. Dit innevelen kan geschieden door eigen vliegtuigen
of door de bezetting, welke daartoe moet worden voorzien van
rookpotten of kaarsen.
Grootere inspanning dan de passieve afweer vereischt de actieve
verdediging.
Wij zullen den actieven afweer met vliegtuigen en luchtdoel
geschut en -mitrailleurs hier buiten beschouwing laten en ons
bepalen tot den afweer op den grond.
Elk vliegveld en elke voor de landsverdediging vitale inrichting
dient te worden bezetdit kost een groot aantal troepen, temeer
668