Op 20 Mei zouden zij 6 Japansche toestellen hebben neergeschoten boven het Chineesche vliegveld te LiangShan (n.o. van Chunk- King), toen 27 Japansche vliegtuigen daarop een aanval deden. Dat de Chineezen nochtans niet in staat zijn met hun luchtmacht als geheel een rol te spelen van eenige beteekenis tegenover de Japansche luchtmacht, moet dan ook meer worden geweten aan de totale ongeschiktheid voor hun taak van de hoogere aanvoer ders, die nooit een behoorlijke scholing gehad hebben. Deze opmerking geldt trouwens evenzeer voor de overige speciale wapens en diensten. Het Chineesche leger bezit, of bezat, eenige honderden tanks, maar niemand weet ze tactisch goed te gebruiken. Zelden werd het beetje moderne artillerie behoorlijk gebruikt. De meeste artillerie-officieren misten de noodige wis kundige kennis om de techniek van het schieten met modern geschut te kunnen begrijpen. Hun gebrek aan technische kennis is natuurlijk ook noodlottig voor de instandhouding van het gecompliceerde moderne oorlogsmaterieel. Intusschen mag men er generaal ChiangKaiShih geen verwijt van maken, dat hij er niet in is geslaagd, gedurende de 8 jaren van zijn bewind vóór het uitbreken van dezen oorlog, een compleet goed geïnstrueerd officierskorps te vormen. Daarvoor is een menschenleeftijd noodig. Daarom valt het niet te verwonderen, dat het Chineesche leger, nadat de overige wapens slechts tot teleurstelling hadden aanleiding gegeven, thans feitelijk weer is teruggezonken tot het infanterieleger van voorheen. Infanterie is ook het eenige wapen, dat met onbeduidende kosten steeds in voldoenden getale op de been kan worden gebracht, en dat men in practisch ongelimiteerde hoeveelheden tegenover den vijand kan stellen. Maar die infanterie is onvergelijkelijk veel beter dan die, waaruit het Chineesche leger vóór 1937 bestond. Terecht heeft generaal PeiChungShi naast generaal Chiang KaiShih een van de weinige werkelijk bekwame militaire leiders er dan ook nog kort geleden weer den nadruk op gelegd, dat niet genoeg aandacht aan den guerilla-oorlog in het bezette gebied kan worden geschonken. Hij meent, dat alleen diè wijze van oorlogvoering uiteindelijk voor China tot succes zal kunnen leiden, n.l. tot de economische ineenstorting van Japan. Het is derhalve niet waarschijnlijk te achten, dat binnen afzienbaren tijd, zoo ooit, van het steeds weer door de Chineesche pers aangekondigde algemeene offensief van het Chineesche leger iets zal komen. Wat dit betreft weerspiegelt die pers slechts de bedenkelijke mate van zelfoverschatting, waaraan het beter ontwikkelde deel van de jonge Chineezen lijdt, een karaktereigenschap, die den opbouw van het moderne China zeer schaadt, te meer doordat zij gepaard gaat met een spoedig voldaan zijn met bereikte resultaten. Een Nederlandsch diplomaat met een bijna veertigjarige Chineesche ervaring, zeide eens, dat het Chineesche volk reeds tevreden is 682

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1940 | | pagina 54