met „slogans", met slagzinnen. China zal dit doen, China zal dat doen, maar er wordt weinig of niets tot stand gébracht, omdat het Chineesche volk nog te weinig gedisciplineerd is, en nog te weinig gemeenschapszin bezit. Ware het ook anders, dan zou het eenvou dig uitgesloten zijn geweest, dat 60 millioen Japanners het zouden hebben gewaagd te trachten 450 millioen Chineezen aan hun wil te onderwerpen. Dan zou de politieke toestand in den Pacific er al lang geheel anders hebben uitgezien. Voor de Chineesche offensieven op kleine schaal, zooals die tegen NanNing en NanChang, gelden geheel dezelfde voorwaarden als voor een aanval in grooten stijl, derhalve is ook van die kleine offensieven geen gunstig resultaat te wachten. Daarentegen kun nen de Japanners te allen tijde vrijwel elk punt bezetten en bezet houden, mits ze daarvoor voldoende troepen beschikbaar hebben en in de verpleging kunnen blijven voorzien. Een uitzondering schijnt intusschen Z.-ShanSi te maken. Onlangs meldde de Chineesche pers, dat daar het elfde groot opgezette Japansche offensief mislukt zou zijn en nu wordt gevolgd door een Chineesch offensief op groote schaal. Inderdaad komen de Japanners daar geen stap verder, en men vraagt zich slechts met eenige verwondering af, hoe het mogelijk is, dat zij midden in Z.-ShanSi te YüCheng bij voortduring een vlieg veld in stand kunnen houden. Rondom die plaats wisselen dorpen en steden telkens weer van bezitter. Tijdens dit elfde offensief berichtten de Japanners, dat zij tenminste een 100.000 man van het 8e (Roode) leger in een vallei tusschen twee bergketens in Z.O.-ShanSi hadden omsingeld en bezig waren als gebruikelijk te vernietigen. Maar geholpen door de plaatselijke bevolking wijkt dat leger op het juiste oogenblik langs bergpaden uit en begint een offensief tegen de verzwakte garnizoenen in W.-ShanSi. Een feit is het, dat in geen deel van China zoo onafgebroken en zoo hevig wordt gestreden, en met zoo weinig blijvend resultaat, als in Z.-ShanSi. Overigens blijven de tooneelen van strijd steeds dezelfde. Ten z. en ten z.o. van HangChow wordt voortdurend geschermutseld. Evenzoo ten z., z.w. en w. van NanChang, waar de Chineezen FengSin en AnYi nemen en opgeven al naar het uitkomt. In de omgeving van NanNing hebben den laatsten tijd ook nog slechts schermutselingen plaats. Juist een jaar geleden begonnen de Japanners ten n.w. van HanKow een op groote schaal opgezet offensief in de richting van TsaoYang (N.-HuPeh) en NanYang (Z.-HoNan) 3 colonnes rukten op, resp. van SinYang (aan de PéHan-baan aan den n. voet van de TaPieh-bergen) in w., van AnLu in n.w., en van Chung- Siang in n. richting. De Japanners gaven als doel op de omsinge ling en de vernietiging van een Chineesch leger ter sterkte van 683

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1940 | | pagina 55