richting van TsaoYang bewoog. Uit deze pogingen om de Chinee zen voor zich uit te drijven en te doen vernietigen door de Japan- sche colonnes, die inmiddels de opening TangHoSin YehFang- Chenig zouden hebben afgesloten, is te verklaren, waarom de gemotoriseerde SuiHsien-colonne en de ChungSiang-colonne zoo weinig haast maakten. Bovendien vertrok de SuiHsien-colonne eerst op 3 Mei, dus 2 dagen later dan de andere. In de uitvoering en het slagen van dit groot opgezette operatie plan spraken de Chineesche troepen echter hun woordje mee. Zij beperkten zich wederom niet tot de hun door de Japanners toegedachte rol van een kudde schapen. Zij beschikten daar over twee goede generaals, n.l. LiTsungYen en TangEnPo, die reeds eerder van zich hebben doen spreken, en bovendien ook het vorige jaar in dit gebied de leiding hadden. Door de Chineesche tegenmaatregelen werd de marschsnelheid van de uit SinYang omtrekkende Japansche afdeelingen zeer vertraagd. Gedurende de eerste dagen hadden deze langs de spoor baan succes zoodra zij echter in w. richting afbogen, stieten zij op steeds ernstiger wordenden weerstand. Ook de ChungSiang- colonne ontmoette in de TaHung-bergen onverwacht hevigen tegenstand, ten gevolge waarvan de Japanners zware verliezen zouden hebben geleden en na 5 Mei reeds niet veel terrein meer wisten te winnen. Op 8 Mei hernamen de Chineezen Tang'Ho, waarbij de Japanners 2000 man aan dooden en gewonden zouden hebben verloren. Na de Japanners op 6 Mei tijdelijk uit MiYang te hebben teruggeworpen, hernamen de Chineezen deze plaats definitief op 9 Mei, terwijl een andere Chineesche colonne dien dag MingKiang heroverde. Den llden meldden de Chineezen, dat de Japanners van MingKiang in z.o. richting teruggingen, terwijl dezen bij TsaoYang in o. richting terugweken. De Chineezen beweerden toen een groote overwinning te hebben behaald. Zij schatten de Japansche verliezen op 20.000 man (de totale sterkte der Japanners bedroeg bij den aanvang ongeveer 150.000 man), terwijl 64 panserauto's en vechtwagens, 323 motorvoertuigen, 52 kanonnen, 2500 paarden en groote hoeveelheden wapens en munitie waren buitgemaakt. Sindsdien hebben de Japanners volgens de Chineezen over de geheele linie den terugtocht aanvaard. Van Japansche zijde waren de berichten in den aanvang -als altijd uiterst optimistisch. De „vesting Zuid-HoNan" was genomen, de Japanners waren doorgedrongen tot in het hart van het 5e Chineesche oorlogsdistrict. Na 6 Mei echter verschenen, naast lange Japansche persberichten, uit ChungKing reeds mede- deelingen, die een andere voorstelling van zaken gaven. Op 8 Mei waren nog 300.000 Chineezen „trapped", was de vijand opgesloten J) De Chineezen hebben later zelfs SinYang veroverd. 685

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1940 | | pagina 59