689
servatisme in denkwijze en vooroordeel. De meest voorkomende vergissing
is, dat men het Roode Leger in mil. opzicht gelijk stelt aan het Tsaristische
Leger en dat men het slechts in staat acht tot een defensieven oorlog en niet
tot een machtig offensief. Niets is minder waar. Sinds 1928 is de technische
vooruitgang van de Sovjet-Russische industrie gericht op het doel, den
Rooden Strijdkrachten de juiste middelen te verschaffen voor een offensieve
oorlogvoering. Reeds in 1932 bereikte het Roode Leger uit bewapenings
oogpunt het peil van het Fransche Leger, toenmaals het beste ter wereld.
De motoriseering en mechanisatie ging gestaag voortin 1935 had het
R. Leger een enorm motorpark van totaal meer dan 10 millioen pk en een
door den D. gnl.maj. Guderian geschat aantal van 10.000 vewn., terwijl ruim
3.000 gv.vlgn. de Meidag-viering in dat jaar in 6 groote steden opluisterden.
Wat betreft bewapeningsomvang stond het R. Leger toen reeds onbedreigd
op Europa's eerste plaats.
De jaren 193538 waren voor de waarde van dit leger beslissendhet
aantal moderne wapens werd bijna verdubbeld, het aantal vewn. idem (tot
20.000), het percentage L.V.personeel van de inf.divn. op 77 gebracht in
tegenstelling met vorge jaren, waarin deze eenheden uit 74 K.V.personeel
bestonden, en het aantal vlgn. in eerste lijn verhoogd tot ruim 10.000. In
1938 bezette Sovjet-Rusland tevens de eerste plaats in Europa v.w.b. de
productie van olie, vlgn., vrachtauto's, tractors, locomotieven en ander spoor -
wegmaterieel, en de 2e plaats v.w.b. de productie van ruw-ijzer, staal,
aluminium, lood en nikkel.
De beste vewn., die op de vrije markt waren te verkrijgen, worden in
Sovjet-Rusland in licentie vervaardigdde Am. Christie, de Eng. Vickers
en Carden Lloyd en de Fr. Renault. Ook de volgende vlg.motoren bouwen
de Russen zelf Hispano-Suiza, Gnome en Rhone, Bristol-Jupiter en Wright-
Cyclone. Het aantal vliegongevallen was in 1938 verhoudingsgewijs minder
dan in Duitschland, Japan en Frankrijk.
De vredessterkte van het R. Leger bedraagt bij benadering100 inf.divn.,
34 cav.divn., 2025 pantserbrign. (buiten de vewn. toegevoegd aan inf.- en
cav.divn.). 100 regn. It. art. en 6080 regn. zware art. Ongeveer van het
aantal inf.divn. is volledig gemotoriseerd. Ten einde dit leger op voet van
oorlog te brengen, kunnen welhaast onuitputtelijke menschelijke reserves
worden ingeschakeld. Het totale beschikbare jaarcontingent bedraagt rond
1,5 millioen man, waarvan slechts WOrdt ingedeeld, zoodat hieraan hooge
lichamelijke, intellectueele en sociale eischen kunnen worden gesteld. In
1938 beschikte het R. leger over de volgende geoefende reserves
a. eerste bande in 193236 in het staande leger geoefenden, rond 2,3
millioen man, waarbij inbegrepen vliegers (150.000), auto-, tractor- en
vew.bestuurders (tot. 900.000) en technici
b. tweede bande in 193236 in territoriale verbanden geoefenden (1,5
millioen man) en de in 1924—31 in het staande leger geoefenden (2,1
millioen man) te zamen 3,6 millioen man
c. derde bande in 192431 in territoriale verbanden geoefenden (2,4
millioen man) en zij, die in semi-militaire organisaties buiten het beroeps
leger en de territoriale verbanden zijn geoefend (rond 4 millioen man)
te zamen 6,4 millioen man.
De geoefende reserves bedroegen derhalve totaal rond 12 millioen man,
welk aantal door het hooge peil van de R. industrie van de noodige wapening
en uitrusting kan worden voorzien. Het beroepsleger te zamen met de goed
geoefende eerste-ban reserves, rond 5 millioen man, vormen „the actual
spear-head army of the coming war".
De schietopleiding van den R. infanterist is zeer goedtijdens het Inter
nationaal Schietconcours Handvuurwapens te Londen in Aug. '37, waaraan
212 militaire ploegen uit 28 verschilllende landen deelnamen, bezette de
R. ploeg onbedreigd de eerste plaats; het volgend jaar bij dezelfde gelegen
heid won de R. ploeg de eerste 6 prijzen. Verder is de marschvaardigheid
hoog opgevoerd60 km-marschen zijn geen ongewone prestaties. De op-