Blijft aan Uw arbeid, verspreidt geen geruchten. Weest trouw 692 bestaan zij uit lt. en middelb. soorten de zwaarste vew. (model 94) weegt 14 ton, terwijl de snelste lt. vew. (92) ongeveer 48 km/u. haalt. „The Japanese Army can therefore never develop any high mobility or powerful break through force, and its offensive powers are limited from the beginning by its weak war technique." In 1937 telde de Jap. luchtmacht 18 regn., onderverdeeld in brigades totaal 1000 land- en 800 watervlgn. De gemiddelde snelheid van de gv.vlgn. ligt tusschen de 250/320 km/u. (typen J91, J92 en J93) het snelste toestel (J96) heeft een maximum snelheid van 420 km/u. De bommenwerpers heb ben een gem. snelheid van 280 km/u. en een bommenlast van 0,61 ton. Verschillende buitenlandsche modellen zijn aangekochtde lt. Fr. bommen werper Bréguet-Vultur (500 km/u.), de Déwoitine 510 jager (420 km/u.) en de Am. Douglas DC2 bommenwerper. De vliegers schijnen echter het snelle buitenlandsche materieel niet al te best te kunnen beheerschen. Volgens onvolledige statistieken verongelukten in 1935 niet minder dan 200 toestellen of ruim 10 van het totale aantal. De Jap. luchtmacht heeft het hoogste percentage vliegongevallen ter wereld. Echter wordt hard gewerkt aan de reorganisatie van het Jap. Leger, welke in 194142 haar beslag zal hebben gekregen. De inf. zal van 17 op 25 divn. worden gebracht (welk aantal in oorlogstijd wordt verdubbeld), terwijl de luchtmacht dan in totaal rond 3500 toestellen zal tellen. Als voorbeeld van den technischen vooruitgang op luchtvaartgebied wordt genoemd het laatste type jager, de „Nakadzima 1", gebouwd naar het Am. Boeing model, met zeer goede eigenschappen. Het pantserwapen zal worden gemoderniseerd, terwijl ook het voornemen bestaat de zware art. uit te breiden. Niettegenstaande de technische zwakte van het leger, streeft Japan steeds naar een offensieve strategie volgens D. methoden. S. noemt hiervoor de oorzaken en geeft als zijn overtuiging, dat zulks tot catastrophale gevolgen zal leiden in geval van een conflict met Sovjet-Rusland, daar de Sovjet strijdkrachten in het Verre Oosten alleen reeds superieur zijn in de lucht en op het gebied van moto-mechanisatie en vuurkracht. De machtsverhoudingen rondom den Pacific worden uiteraard niet verge ten. De coalitie-mogelijkheden worden helder uiteengezet, terwijl de militaire en maritieme sterkte van iedere coalitie afzonderlijk wondt onderzocht. Bovenstaande fragmentarische bespreking moge een indruk geven van de actualiteit van „Military Strength of the Powers" en van de waarde van dit boek voor den officier, die daarin een schat van ten deele nog nimmer gepubliceerde gegevens zal vinden en zich op grond daarvan een juist begrip kan vormen van de oorlogskrachten, die thans aan het werk zijn en van andere machten, die mogelijk nog aan de worsteling zullen deelnemen. De lezing en bestudeering van dit werk wordt daarom warm aanbevolen. M. (Uit de proclamatie van Z. Exc. den Gouverneur-Generaal van 10 Mei.)

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1940 | | pagina 66