694
Mijn gedachten en stellig ook de Uwe laten niet af te toeven in dat
moederland, zoo liefelijk, zoo wel geordend, zoo met bloemenpracht getooid,
dat land zoo hoog geprezen om zijn vrijheid en vooruitstrevende arbeid
zaamheid, thans in den harden greep van den overweldiger wiens wijze van
denken en regeeren ons met een diepe klove van hem scheidt. Wij bidden
dat deze beklemming kort van duur mag zijn. De geschiedenis van veile
volken, ook die van Nederland, heeft benarde tijden en herrijzenis gekend.
Ondanks den zwaren tegenslag is de inzet niet verloren. Uitgebreide gebieden
van het Koninkrijk zijn onaangetast, onze vloot in de Europeesche wateren
blijft deelnemen aan den strijd, een Nederlandsch legioen zal opnieuw de
wapenen dragen, maar bovenal mag het ons gemoed versterken dat de
Hooge Landsvrouw die veertig jaren in wijsheid over ons regeerde, in vrijheid
en behouden, omringd door de raadslieden van de Kroon, de verpersoon
lijking der eenheid van het Koninkrijk en bron van kracht en leiding
gebleven is. Dankbaar zijn wij voor de gastvrijheid die Haar aanstonds in
in het bevriende buitenland gegeven werd, en gerustgesteld dat de drie
Prinsessen, draagsters van de toekomst van de natie, in volstrekte veiligheid
zijn gesteld.
Wij vertrouwen hoezeer hun positie ook bekneld moge zijn op de
vastberadenheid en de macht der staten, die ,als bondgenooten met ons tegen
over denzelfden vijand staan. De offers van weergaloozen omvang, die zij in
bloed en welvaart brengen, zullen blijken niet tevergeefsch te zijn geweest
doch uiteindelijk te voeren tot de gemeenschappelijke zege waardoor ook het
recht van Nederland opnieuw tot gelding komen zal.
Het bestek van deze redevoering biedt geen gelegenheid op bevredigende
wijze een beeld te geven van de voorzieningen die getroffen worden, de
beweegreden waarop zij rusten en het effect dat wordt verwacht. De mede-
deelingen die zijn voorafgegaan, kunnen in haar onvolledigheid en beknopt
heid geen genoegzaam licht verspreiden over de veelheid en ingewikkeldheid
der vraagstukken die zich voordoen langs het breede front der samenleving,
noch ook recht doen wedervaren aan de bekwaamheid in doortastendheid
waarmee gearbeid wordt. De achtergrond, neen beter, de bezieling voor deze
werkzaamheid is de Indische gemeenschap zelve wier trouw en aanhankelijk
heid van alle zijden, uit alle lagen en bevolkingsgroepen zich wederom
overtuigend openbaren mocht. Plaatselijke overheden, zelfbestuurders, volks
hoofden, vereenigingsbesturen, die te zamen de gevoelens der millioenen ver
tolken kunnen, tallooze privaatpersonen, die alleen voor zichzelve spreken,
getuigden aanstonds in niet hoog genoeg te waardeeren taal.
Het meest ontroerend zijn de stemmen die het zachtste klinken en door
haar veelheid ruischend hoorbaar worden in de desa's en de sawah's van dit
wonderschoone land. Hier spreekt naast zuiver aanvoelen van het onrecht
met name ook aan onze Vorstin aangedaan, genegenheid met rustig en waardig
vertrouwen.
Indië ziet den ernst der tijden en verheft zich tot de hoogte van de eischen
die zij stellen. Onbekrompen betoont zich de offervaardigheid voor steun aan
het moederland worden bijdragen afgezonderd ook door hen die haast niets
te geven hebben.
Treffend is de bereidwilligheid, ja het wijd verspreid verlangen hulp aan de
overheid in de vervulling van haar vele plichten te verleenen. In het bijzonder
richt zich dit verlangen ook op datgene wat gezagshaving en de veiligheid der
gemeenschap naar binnen en naar buiten verhoogen kan. Waar en hoe de
tot dienstbereidheid in dit opzicht het best ten nutte van de gemeenschap
komen kan, hetzij in vrijwillig aanvaard verband of in den vorm eener ver
plichting, is een vraag waarover de Regeering nadere voorlichting van noode
heeft. Om die te verkrijgen heeft Zij eene commissie ingesteld die naar
verwacht -mag worden met voortvarendheid van haar inzicht zal doen
blijken.