Onmiddellijk hierop sprak de voorzitter een rede uit, welke wij wij in zijn geheel weergeven. 695 Wordt op ons doen en denken een zware last gelegd door de zorgen om het heden, weinigen onzer zullen niet tevens aandacht geven aan wat vóór ons ligt. Wij vragen wat het bestel der dingen zijn zal wanneer het geweld ten einde en het moederland bevrijd zal zijn. Na het machtig hedendaagsch gebeu ren dat de wereldorde beven doet, zal de samenleving noodwendig in vele aspecten anders zijn dan voorheen. Wat geestelijk en stoffelijk, staatkundig, economisch en sociaal dooreen geworpen is, keert niet in dezelfde orde op zijn plaats terug. Het verleden zal vele zijner waarden doorgeven aan de toekomst maar zij zullen in een ander kader staan. Heroriëntatie zal in menig opzicht en overal ter wereld een vereischte zijn niet slechts voor hen, die zich vleiden dat het bestaande blijven kan, maar tevens voor degenen, die naar verandering strevend aan hun verlangen reeds vorm gegeven hadden. Wat in dezen voor de geheele menschheid geldt, geldt met name ook voor ons. Zoo zal ook binnen de grenzen van het Koninkrijk waar bovendien belangrijke organen voorshands van invloedsoefening zijn uitgesloten, gedach- tenwisseling over verscheiden denkbeelden tot wijziging van staat en maat schappij beter kunnen rusten tot in na-oorlogsche omstandigheden de inzichten wederom getoetst, zoo noodig aangepast en tot nieuwe klaarheid gekomen zijn. Dit zal tevens het onschatbaar voordeel geven dat de Indische samenleving eens van zin in haar verscheidenheid en sterk door de saamhoorigheid die het verheugend feit van deze droeve dagen is, haar krachten bijeen kan houden. Wordt gevraagd waarop die krachten dan het eerst te richten waren, dan zij het antwoord in drie termen saamgevatsteun aan de oorlogvoering, landsverdediging, volksverheffing. Ofschoon mededingers op het financieele veld, zijn deze doelstellingen in wezen nauw verbonden en voorwaarden voor elkander. Zonder overwinning en uitwendige veiligheid geen volksverheffing die behouden blijftzonder cultureele en economische volksverheffing, geen gemeenschap die een sterke weermacht dragen kan. Zoowel ten bate van zich zelve als om de wille van het Koninkrijk besluite Indië tot de offers die dit drieledig desideratum vergen zal. Het aandeel van den Volksraad in den arbeid die te wachten staat, zal belangrijk zijn. 'Gods zegen moge daarop rusten. Ik verklaar de zitting van Uwen raad geopend. Excellentie. De Volksraad van Nederlandsch-Indië stelt het op zeer hoogen prijs, dat Uwe Excellentie heeft goedgevonden ditmaal niet alleen als gebrui kelijk de eerste gewone zitting van het nieuwe zittingsjaar op plechtige wijze te openen doch bovendien de opening der eerste vergadering te blijven bijwonen. Door Hare 'bereidwilligheid een deel dezer vergadering van den Volksraad met Hare tegenwoordigheid te vereeren, genieten wij thans het voorrecht mede aanwezig te zien Haar hoogste adviseurs, in den Raad van Nederlandsch- Indië vereenigd, Haar eersten medewerker, den Algemeenen 'Secretaris, gemachtigden die Haar in onzen Raad plegen te vertegenwoordigen, ver scheidene oud-leden, de consulaire vertegenwoordigers, de hooge autoritei ten en de talrijke genoodigden die Haar openingsrede hebben aangehoord. Het plechtig aanzien, aldus door Uwe Excellentie aan onze eerste verga dering gegeven, verheugt ons vooral hierom indien Zij mij toestaat dit in het kort uiteen te zetten omdat naar ons voorkomt in de eerste plaats de beteekenis van den Volksraad tegenover de inwendige aangelegenheden van Nederlandsch-Indië door de buitengewone omstandigheden is toegenomen en in de tweede plaats de positie van den Volksraad in het Koninkrijk door nood lottig verloop van den strijd in Nederland is verhoogd.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1940 | | pagina 69