Reeds den 22sten Juni verscheen het afdeelingsverslag, hetwelk
o.m. de volgende opmerkingen bevat
702
De opgebrachte credieten dienen in de eerste plaats ter verdere vergrooting
van de oorlogsvoorraden en voor enkele andere voorzieningen ter verste
viging van de bestaande organisatie en ter verhooging van de weerkracht
van het leger.
Evenbedoelde voorzieningen omvatten in hoofdzaak versterking van de
luchtdoel- en de veldartillerie en de aanschaffing van automatische wapenen
ten behoeve van den landstorm.
Voorts is het noodzakelijk gebleken nog dit jaar over te gaan tot de
uitvoering van eenige nog niet in het geniewerkplan voor 1940 begrepen
geniewerken, voornamelijk omvattende den bouw van kampementen, hangars,
werkplaatsen en garages en den aanleg en verbetering van vliegvelden en
schiettereinen.
Tenslotte is bij deze aanvullende begrooting rekening gehouden met de
omstandigheid, dat de voor 1940 geraamde bouwcapaciteit van het wapen der
genie niet toelaat de voor 1940 ten behoeve van geniewerken reeds beschik
bare of nog beschikbaar komende credieten geheel te verwerken.
Het ligt in het voornemen, met toepassing van artikel 105 der Indische
Staatsregeling, zoo spoedig mogelijk aan de in deze aanvullende begrooting
begrepen maatregelen uitvoering te geven.
Tegen het voorstel, uit dien hoofde (het in overeenstemming brengen van
de beschikbare bouwcredieten met de verwerkingscapaciteit. Red.) in 1940
tot een vermindering der credieten met ruim 5 millioen over te gaan,
wenschfcen verscheidene leden met klem te protesteeren. Het was hun onbe
grijpelijk, dat niet wordt voorgesteld, de mogelijkheid tot verwerking in
overeenstemming te brengen met de beschikbare bedragen, hetzij door ver
grooting van het geniepersoneel en het aantal werkuren, hetzij door inscha
keling van andere Landsdiensten (bv. Verkeer en Waterstaat, boschwezen,
S.S;) en het particuliere bedrijf, hetzij door al deze maatregelen te zamen.
Vóórdat de oorlogstoestand was ingetreden was het blijkens de toelichting
nog uit dien tijd dateerend voorstel tot vermindering der credieten voor
1940 reeds bedenkelijk, thans echter is het dit in zóó hooge mate, dat het
niet anders dan volstrekt onaanvaardbaar mag worden geheeten. Uit het
voorstel spreekt een geest van berusting, welke, gezien het dringend karakter
der uit die credieten te bestrijden voorzieningen, onaanvaardbaar en fataal
is. Aangezien Nederlandsch-Indië partij is in een oorlog, welke tot dusverre
minder gunstig verloopt, ware al het mogelijke, zelfs het schijnbaar onmo
gelijke te doen om in de resteerende zes maanden van 1940 alsnog tot vol
ledige verwerking der credieten te komen. Hieraan voegden deze leden toe,
dat volgens de toelichting het niet-uitvoeren van geniewerken, waarop bij
de begrooting voor 1939 was gerekend, te wijten was aan vertraagde afle
vering van diverse materialen en moeilijkheden bij de voorbereiding. V.z.v.
deze beide factoren hetgeen de toelichting echter niet vermeldt mede
in het spel mochten zijn bij de werken, waarvoor op de begrooting 1940 gelden
zijn opgebracht, dient h.i. aan het argument: „moeilijkheden bij de voorbe
reiding thans alle waarde te worden ontzegd. In dezen tijd moeten dergelijke
moeilijkheden stimuleeren tot grootere krachtsinspanning en het ter zijde
stellen zoo noodig door Regeeringsingrijpen, van eventueele geschillen en
formeele bezwaren. Men drong er op aan, de aanschaffing en de fabricage
van wapens in de verzorging der defensie voorop te zetten. Kan de hiervoor
noodige capaciteit niet nog veel meer worden omhoog gevoerd
Gevraagd werd of soortgelijke voorzieningen niet zullen moeten worden
getroffen ten aanzien van het spoorwegnet buiten Java.
Het traject GoendihSolo, van zeer groot belang voor troepenconcen
traties in het Zuidelijk deel van Midden-Java, heeft een andere spoorbreedte
dan de overige lijnen. Teneinde een vlot vervoer te waarborgen drongen