Het Regeeringsantwoord (M.v.A.) luidde
De M.v.T. op de 6de aanvullende oorlogsbegrooting vermeldt
o.m.
703
eenige leden er op aan door bijlegging van een derden rail hierin te voor
zien.
Den leden, die met klem wenschten te protesteeren tegen een vermindering
van de credieten bestemd voor den bouwdienst van de genie, wordt het
volgende medegedeeld.
De voorgestelde vermindering beteekent geenszins een vertraging in de
uitvoering van die werken, welke tot directe verhooging van de paraatheid
en het afweervermogen van het leger moeten dienen, doch heeft betrekking
op uitstel van den bouw, de herindeeling en de verbetering van kampe
menten alsmede van den woningbouw. Dit uitstel heeft slechts tot gevolg,
dat voorshands in minder ruime accommodatie en in logiesruimten van tijde-
lijken aard moet worden berust. Hieruit volgt dat van een berusting, welke
„onaanvaardbaar en fataal" zou zijn, geen sprake is. Dit kan mede blijken
uit het feit, dat, zooals in de Memorie van Toelichting is aangegeven,
tegenover een vermindering van subart. 8. 3. 2. 11 met 4.360.100 een
vermeerdering staat van 1.527.100 welk bedrag is opgebracht voor nieuwe
werken, aan welker uitvoering voorrang moet worden gegeven boven die,
waarvoor eerstgenoemd bedrag is bestemd.
Deze uiteenzetting zou de Regeering reeds in de Memorie van Toelichting
van de voorliggende aanvullende begrooting hebben gegeven, wanneer Zij
slechts had kunnen vermoeden, dat onder de leden eenige twijfel had kunnen
bestaan aan den ernstigen wil der Regeering, voortvarendheid te betrachten
bij de uitvoering van de eigenlijke defensiewerken.
Voorts wordt opgemerkt, dat bij den opzet van deze aanvullende begroo
ting, welke onder vredesomstandigheden plaats vond, uiteraard niet mocht
worden gerekend op de overheveling van personeel van andere overheids
diensten naar den geniedienst. Ondertusschen zijn de omstandigheden grondig
gewijzigd en zijn dan ook reeds stappen gedaan het personeel van andere
landsdiensten bij den bouwdienst van de genie in te schakelen, terwijl het
particuliere bedrijf reeds geruimen tijd door uitbesteding van de daarvoor
in aanmerking komende werken zooveel doenlijk aan de uitvoering van
deze geniewerken deelneemt.
Desondanks zal de onderwerpelijke credietvermindering moeten worden
gehandhaafd, omdat, zooals uit de ingediende zesde aanvullende begrooting
moge blijken, voor 1940 nog andere nieuwe defensiewerken noodzakelijk
worden geacht aan welke werken wederom voorrang zal moeten worden
verleend boven die, waarop de credieten thans zijn teruggenomen.
Aan de aanschaffing van wapenen en munitie en de fabricage van munitie
hier te lande wordt door de Regeering een eerste plaats onder de defensie
voorzieningen ingeruimd. Met de verhooging van de capaciteit van de muni-
tie-fabricage werd reeds eenige jaren geleden een aanvang gemaakt en
wordt nog steeds voortgegaan.
Het spoorwegnet buiten Java behoeft geen bijzondere voorzieningen ter
verzekering van snelle concentraties van de aldaar gelegerde troepen.
De aanleg van een derde rail op het baanvak SoloGoendih behoort
tot de voorzieningen, waarvoor het bij de onderwerpelijke begrooting opge
brachte crediet van 201.000.bestemd is.
De aanvullende credieten dienen ter bestrijding van uitgaven, welke onder
de huidige buitengewone omstandigheden onvermijdelijk zijn en waarop bij
de hoofdbegrooting voor 1940 niet is gerekend.
Wijl het niet mogelijk is een eenigermate volledig overzicht te verstrekken
van de bereids getroffen of nog te treffen maatregelen, kunnen de ramingen
geen aanspraak maken op nauwkeurigheid of volledigheid.