712 zou zijn toegenomen en de Fransche tot 1400 zou zijn gedaald, van welke 1.000 in Frankrijk waren gestationneerd. Deze schrijver neemt aan, dat in 1938 tegenover de 3.000 vliegtuigen in de le lijn in Duitschland, 1.500 stonden in Engeland, terwijl een groot deel der Fransche vliegtuigen verouderd was. 'Hierin moet dan ook volgens schrijver de houding der geallieerden tijdens de September-crisis te München worden gezocht. Nadien is door Engeland en Frankrijk de bewapening sterk ter hand genomen. Intensieve vlieger-opleiding (sportvliegers) en oprichting van shadowworks, waaraan voor het Leger en Marine goedgekeurde types in groote series werden uitbesteed. Bij de wet van 11 Augustus 1936 werd de Fransche luchtvaart-industrie genationaliseerd. Hiermede beoogde men een geografische decentralisatie met verspreiding der fabrieken vooral naar het Westen en Zuid-Westen. Deze grondige reorganisatie welke met toepassing van verdere sociale hervorming gepaard ging, veroorzaakte een tijdelijke ontwrichting der luchtvaartindustrie en verlate aflevering van materieel. Overvallen door de snelle ontwikkeling van den politieken toestand, zag de Fransche Regeering zich genoodzaakt haar materieel op groote schaal onder meer uit Amerika te betrekken. Zoo bestelde zij in April 1939 100 Curtis Hawk vliegtuigen, waarna nog een bestelling van 100 volgde. Voor haar bombardeerdienst werden besteld 100 Douglas DB-17 en 115 Glenn Martin bombers, terwijl voor de Marine 20 duikbommenwerpers werden besteld. Aangaande de eigen productie in Frankrijk kan worden medegedeeld, dat in 1938 45 toestellen per maand konden worden afgeleverd. In Januari 1939 bedroeg dit aantal 90, terwijl het tot vóór de bezetting van Parijs tot 200 zou zijn opgevoerd. Indien wij thans de balans trachten op te maken uit de hiervoor verstrekte gegevens der diverse landen en voor de vergelijking eenzelfde tijdstip kiezen, dan blijkt dat op het einde van 1939 de mogelijkheid aanwezig was, dat Duitschland beschikte over 6000 vliegtuigen in le lijn, hoewel het aller minst zeker is dat de bemanning, en vooral ook de bevelvoering van alle daarvoor vereischte luchtvaartverbanden en hoogere commando's volledig kan worden verzekerd. De organisatie der Eng. luchtmacht voorzag volgens de bewapeningsplan nen vóór Mei 1939 in bijna 3000 vliegtuigen. De Oversea's Commands van de R. A. F. waren bij dit aantal inbegrepen (Niet de luchtmachten der Dominions) Volgens berichten uit Fransche bron schijnen de moeilijkheden na de nationaliseering grootendeels overwonnen te zijn, zoodat mede door de groote aankoopen in de Vereenigde Staten de materieelvoorziening op hooger peil was gebracht. Tijdens de September-crisis in 1938 kon Frankrijk niet meer uitbrengen dan 700 vliegtuigen. Het na München opgestelde plan voorzag in een sterkte van dz 2600 vliegtuigen, doch het is weinig aannemelijk, dat die sterkte reeds kon zijn bereikt. Einde 1939 beschikte Frankrijk volgens Fransche gegevens over 1500 tot 2000 vliegtuigen, zoodat het gezamenlijke aantal der geal lieerden van 3000 1500 4500 stond tegenover 6000 der Hunnen. Deze getallen zcuden te zamen op een front niet behoeven te wijzen op een geweldige superioriteit in de lucht, wel echter indien zij, zooals geschied is, op verschillende fronten worden versnipperd. De aanvaller heeft de keuze van het initiatief en kan onder bepaalde omstandigheden op bepaalde plaat sen de supprematie in de lucht verkrijgen hetgeen dan ook gebleken is tijdens de verschillende afslachtingen die successievelijk op diverse landen zijn toegepast. De verdediger is steeds in de minderheid gebleken. De sterkte van de luchtmacht mag echter niet alleen worden afgemeten naar de 'beschikbare le lijn sterkte en de kwaliteiten van het materieel. Van zeer bijzondere beteekenis zijn immers daarenboven

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1940 | | pagina 86