zijdelingsche richting worden op overeenkomstige wijze aange
bracht als de afstandcorrecties. De CD wordt aangebracht als
zijdelingsche correctie.
Voor gebruik bij directe richting is aan de liniaal BB een index
aangebracht, die langs een vasten verdeelden rand van den tref-
plaatsbepaler loopt. Op dezen rand wordt nu de zijdelingsche
richting als stand dwarsarm afgelezen, welke stand overeenkomt
met de horizontale verplaatsing van de trefplaatsliniaal N ten
opzichte van zijn nulstand. Daar de doode tijd op 0 is geplaatst,
is de horizontale verplaatsing in dit geval vltd. X doorzeiling -f-
zijdelingsche correctie (waarin de CD), hetgeen gelijk is aan den
zijdelingschen voorhoudhoek, welke aan den vuurmond moet
worden gegeven om het projectiel op het gewenschte punt te doen
neerkomen.
Uit het vorenstaande volgt, dat zoowel bij de directe als bij
de indirecte richting de zijdelingsche richting op dezelfde wijze
wordt geconstrueerd. Tusschen beide methodes bestaat slechts dit
verschil, dat de indirecte richting iets gevoeliger is voor een
verandering in de doorzeiling, doordat een foutieve -dzl. met een
grooter getal wordt vermenigvuldigd.
De bezwaren, die vroeger tegen de indirecte richting werden
aangevoerd, zijn thans bij het geschut van 15 en 12 cm vervallen.
Het is derhalve onjuist, de directe richting imperatief voor te
schrijven. De indirecte richting blijft altijd het voordeel van snelle
vuuropening houden omdat doelaanduiding aan de stukken achter
wege kan blijven. Dit voordeel spreekt vooral des nachts, wanneer
een snelle vuuropening van groot belang is.
Bij het lichte geschut (7.5 cm) blijft de directe richting van
voordeelzoolang de zijdelingsche richting nog met stooten wordt
geconstrueerd, kan snelvuur op kleine doelen, die eenige door
zeiling vertoonen, slechts met directe richting worden toegepast.
Voor de gevallen waarin snelvuur bij indirecte richting kan
worden toegepast, wordt verwezen naar onderdeel 4 van dit
hoofdstuk (blz. 733).
De constructie van den trefplaatsbepaler is zoodanig dat op
elk gewild oogenblik van indirecte op directe richting kan worden
overgegaan, hetgeen de doelaanduiding aan de stukken vereen
voudigt.
ad C. De drielioekrekenaar dient voor het omzetten van de
trefgegevens van het directiepunt in schietgegevens voor het stuk
(schootsrichting en schootsafstand).
Daar zoowel de cop. (het directiepunt) als de plaats van het
stuk topografisch met juistheid bekend zijn, is de lijn stukdoel
na bepaling van den trefafstand en de trefrichting meetkundig
volkomen bekend, en daardoor schootsafstand en schootsrichting.
Hierbij moet echter het voorbehoud worden gemaakt, dat schoots-
730