Op het derde schelsignaal worden op den meetplaatsbepaler dezelfde handelingen verricht als bij het vorige signaal. Op den trefplaatsbepaler wordt v.w.b. het afstandsverloop gemiddeldvoor de doorzeiling geschiedt zulks slechts, indien de meetinrichting niet van den commandopost uit wordt opgemeten. Overigens zijn de handelingen op den trefplaatsbepaler gelijk aan die bij het vorige schelsignaal. De commandant werkkamer waarschuwt den vuurleider, dat de daginvloedcorrecties zijn aangebracht. Bij de driehoekrekenaars worden bij het aangaan van de af- leeslampen weder de standen van de stukken doorgetelefoneerd. Veranderen de daginvloeden tengevolge van de wijziging van de trefgegevens, dan geeft de daginvloedrekenaar de nieuwe standen op aan de bedienaars van den trefplaatsbepaler. Het juiste oogenblik ligt hier tusschen het tijdstip, waarop de standen naar de stukken zijn doorgetelefoneerd, en het instellen van de nieuwe meetgegevens op den meetplaatsbepaler. Normaal kan het vuur worden geopend bij den aanvang van het vierde schelsignaal, dat is afhankelijk van het meettempo (20" of 15") na 60" of 45". De vuuropening kan met één tempo worden versneld door de daginvloeden één tempo eerder in te voeren. De vuurleider geeft hiervoor de aanwijzing naderend (verwijderend) doel, waarop de daginvloedrekenaar de daginvloeden reeds na de eerste meting kan bepalen door de daginvloeden af te lezen, die behooren bij een afstand, welke ongeveer 500 m kleiner (grooter) is dan de na de eerste meting afgelezen afstand. b. Directe richting. Bij toepassing van directe richting wordt op overeenkomstige wijze gehandeld als bij indirecte richting met inachtneming van de volgende verschillen le. De doode tijd wordt op den trefplaatsbepaler van de zijde- lingsche richting op 0 gesteld. 2e. De stand dwarsarm (zijdelingsche voorhoudhoek) wordt afge lezen op den trefplaatsbepaler in plaats van op den driehoek rekenaar. B. SNELVUUR. Veelal wordt als nadeel aangemerkt van een vuurleiding, welke de trefgegevens op bepaalde tijdstippendus niet doorloopend per secunde bepaalt, dat toepassing van snelvuur niet mogelijk is. Op het eerste gezicht lijkt dit inderdaad het geval te zijn. Bij diepere beschouwing blijkt echter, dat snelvuur zeer goed is toe te passen, zelfs bij niet te groote doelsnelheden bij toepassing van indirecte richting. 732

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1940 | | pagina 18