op deze terreinen toch reeds aanwezig zal moeten zijn ter bestrij ding van bomaanvallen. Anderzijds zijn versperringen slechts van waarde indien zij behoorlijk bewaakt en verdedigd worden. De vijand kan nml. trachten, ze te doen opruimen voor valscherm troepen, welke hij op of in de nabijheid van de vliegvelden neer laat. Luchtdoelgeschut en -mitrailleurs kunnen het hunne bijdra gen in den afweer van deze troepen doch deze afweer zal niet onder alle omstandigheden afdoend zijn (gelijktijdige afweer van een bomaanvalgroot aantal valschermers afwerpende toestellen e.d.m.) zoodat grondstrijdkrachten onmisbaar zijn. Elk op zichzelf niet afdoend, zullen de verschillende middelen (luchtstrijdkrachten, luchtafweerwapenen, grondtroepen en ver sperringen) te zamen een hooge mate van zekerheid scheppen, dat de eigen vliegvelden niet uit de lucht zullen worden vermeesterd. Voor de bescherming tegen luchtinfanterie van andere gelegen heid tot landen biedende terreinen zal men noodgedwongen met minder afweermiddelen moeten volstaan. Men kan deze nu een maal slechts bij uitzondering verdedigen met luchtafweerwapenen en grondtroepende afweer dient hier derhalve in de eerste plaats te berusten op passieve middelen (rioolbuizen en auto's op den auto,,snel"weg Den Haag—Amsterdam)Hetzelfde geldt voor rivieren en andere wateroppervlakten t.a.v. het gebruik van watervliegtuigen (schepen in het Y te Amsterdam). Zulks is in nog sterkere mate het geval t.a.v. de bestrijding van valschermtroepen, welke immers vrijwel overal kunnen wor den uitgeworpen. Versperringen hebben hier geen zin luchtaf weerwapenen zullen eerder bij toeval dan als regel kunnen ingrijpen (de vijand zal valschermers weliswaar in de nabijheid van zijn aanvalsdoel, doch bij voorkeur daar doen landen, waar hij vermoedt, dat zoowel luchtafweerwapenen als overige grond troepen ontbreken); grondtroepen zullen slechts bepaalde objecten direct verdedigen en den afweer overigens indirect voeren. Wat de totale sterkte van de vijandelijke valschermtroepen betreft dient voorop te worden gesteld, dat op grond van de erva ringen in Europa ernstig mag worden betwijfeld, of opleiding en oefening wel enge begrenzingen stellende op blz. 661 in I.M.T. nr. 7 genoemde tijdsduur van 4 maanden voor opleiding van een compagnie (goed geoefende infanteristen tot) valschermers schijnt nog zeer aan den hoogen kant te zijn. Wij meenen de sterkte van de door den vijand in te zetten valschermtroepen dan ook slechts afhankelijk te mogen stellen van de capaciteit van zijn transport- vloot. (In den middag van 10 Mei j.l. riep de Nederlandsche lucht wachtdienst o.m. om, dat een groep van 69 vliegtuigen op dat oogenblik reeds vrijwel alle transportvliegtuigen in de nabijheid van Gouda haar inhoud uitwierp. De normale capaciteit van deze toestellen op 30 man stellend, zullen hier rekening houdend met de vrij zware bewapening per vliegtuig ongeveer 20 man 737

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1940 | | pagina 23