beheerschen zoodat er alles voor is te zeggen, hen uit dit wapen te kiezen. Voor het verkrijgen van een organisatie, welke alle voorwaar den biedt voor de ontplooiing van het initiatief tot in de laagste geledingen, verdient het aanbeveling, kleine eenheden te vormen van b.v. 50 man met 6 of 7 officieren en 15 onderofficieren. Het aangewezen kleedingstuk is een gemakkelijk in burgerpak te wijzigen scoutcostuum. Kleeding en opleiding moeten geheim worden gehoudenderhalve dient alle „timmeren aan den weg", zelfs elke oefening in het openbaar, te worden vermeden. Tot zoover Langeron. Daar Frankrijk in de laatste vooroorlogsche jaren vrij veel contact onderhield met Rusland is de conclusie gewettigd, dat de Fransche, Russische en blijkens de ervaring Duitsche inzich ten in het gebruik en den inzet van valschermtroepen ongeveer gelijk zijn. Uiteraard zullen valschermtroepen slechts in aanmerking mogen komen voor opdrachten, die niet dan wel zeer moeilijk door andere wapens kunnen worden vervuld. Het valschermwapen heeft boven de andere wapens de luchtvaart uitgezonderd niet alleen het voordeel van snellen en verrassenden inzet, doch ook dat van den onkwetsbaren verbindingsweg. Ook al is een partij in de lucht nog zoo sterk, nimmer kan zij den tegenstander het luchtruim gedurende 24 uur onafgebroken ontzeggen. Wel zal veelvuldig gebruik van den nacht noodig zijn. Bij inzet overzee is de tijd winst van valschermtroepen tegenover grondtroepen nog spreken der dan bij inzet overland. Wij zouden valschermtroepen dan ook kunnen beschouwen als moderne marine-landingsdivisiën. Bezien uit een oogpunt van den kolonialen oorlog, schept het valschermwapen voor den verdediger de mogelijkheid, in den loop der vijandelijkheden belangrijk meer initiatief te ontplooien. Wat ons betreft geldt zulks niet alleen t.a.v. de bestrijding van pogingen, vasten voet te krijgen op onze kusten op Java of elders, doch mede voor het geval dat een vijand zich reeds buiten het hoofdeiland heeft vastgezet. Men denke daarbij aan de actie van von Lettow Vorbeck in O.-Afrika en andere, analoge gevallen. Beschouwt men meer in het bijzonder de valschermtroepen voor het K.N.I.L., dan treft terstond het voordeel dat zij niet buiten het eigen gebied zouden behoeven op te treden. Daardoor kunnen de opleidingseischen, althans voor het meerendeel, lager worden gesteld dan in Europa, hetgeen het voordeel biedt dat ook uit ons talrijk contingent Inheemsche militairen zou kunnen worden ge selecteerd. Wat betreft gewicht is de Inheemsche militair tegen over den Europeeschen soldaat in het voordeel, daar eerstgenoem de gemiddeld belangrijk lichter is. 745

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1940 | | pagina 31