7. GEBRUIKSMOGELIJKHEDEN VAN DE
SPALK ELSBACH.
De in I.M.T. 1939 nr. 8 beschreven spalk bezit de volgende
mogelijkheden, die voor het vervoer van gewonden met extre
miteiten-letsels van belang zijn
1) als middel tot immobïlisatie-onder-tractie van fracturen
van de onderste extremiteit, terwijl de gewonde op een draagbaar
ligt. Zie fig 10, 11, 12 en 13 van het voorgaande artikel. Als middel
van fixatie van de spalk op de draagbaar dienen proximaal een
leeren riem (niet zichtbaar) en distaal een ijzeren dwarsbuis.
2) als abductiespalk voor fracturen van de bovenste extremi
teit. Zie I.M.T. 1939, blz. 726, fig. 6 en 7. Uit fig. 1 blijkt, hoe
de spalk wordt aangelegd de bovenste hoefijzervormige dwars
buis (met de leeren riem) wordt in den oksel geplaatst, de onderste
rust op den darmbeen-kam. Met zwachtels op puttees wordt de
spalk gefixeerd. De op fig. 12 van het voorgaande artikel zichtbare
slobkous wordt in den elleboog aangelegd en met een kort touw
aan den distalen haak bevestigd, zoodat op deze wijze tractie kan
worden uitgeoefend.
3) als orthopaedisch apparaat voor bewegingen in het knie
gewricht. De naar den beschouwer gewende zijde van het plat
op de onderlaag liggende deel van de spalk wordt tegen de bilplooi
geschoven (fig. 2).
4) als spalk voor de behandeling van bovenbeen-breuken
(fig. 3). Zie ook fig. 14 van het voorgaande artikel, waarop de
rekking aan het bovenbeen door middel van een draad, supra
condylar ingebracht, plaats vindt.
5) als Braunsche spalk-zonder-draagbaar, te gebruiken op de
gewondennesten (fig. 5 en 6). De pinnen worden in den grond
geboord. De beteekenis van deze behandelingsmethode van den
gewonde (fig. 7) zal later woren uiteengezet.
750