dit niet zeggen, dat het betrokkenen vrijstaat, bij de oefeningen
te verschijnen of weg te blijven, dan wel zich slechts voor een
deel der oefeningen op te geven. Heeft men zich eenmaal verbon
den, dan moet het volgen der oefeningen als een plicht worden
beschouwd waarvan men slechts in dringende gevallen kan wor
den ontheven.
Het met het instellen der vrijwillige oefencorpsen beoogde
doel is verhooging van de paraatheid der deelnemers. Aangezien
het legerbelang in de eerste plaats wordt gediend met een ver
hooging van het physiek en de lichamelijke bedrevenheid der
betrokkenen met daarmede gepaard gaande een verhooging van
hun algemeen militaire kennis, worden de oefeningen in de eerste
plaats daarop gericht, terwijl later ook schietoefeningen zullen
worden gehouden. De waarde van eerstbedoelde oefeningen kan
niet hoog genoeg worden aangeslagen. Het is namelijk gebleken,
dat het den dienstplichtigen, en in het bijzonder den landstorm-
plichtigen, nog in sterke mate ontbreekt aan physieke training en
aan de vereischte goede kennis van de militaire grondslagen. Dit
alles kan sletihts door intensieve oefening worden verkregen.
De leiding en de commandovoering van de vrijwillige oefen
corpsen berusten in beginsel bij reserve-officieren, terwijl de
instructie zoo eenigszins doenlijk wordt gegeven door reserve
officieren en dienstplichtig kader. Aangezien echter voor sommige
onderdeelen van het oefenprogramma de hulp van beroepsper-
soneel gewenscht kan zijn, kan daarvoor worden gerekend op de
medewerking van de ter plaatse aanwezige (of dichtstbijzijnde)
autoriteit. Deze hulp strekt zich ook uit tot het beschikbaar stellen
van militaire kleeding en het gedurende de oefenuren in gebruik
geven van wapenen.
Wapening en uitrusting van de. vrijwillige oefencorpsen zullen
op hun standplaats worden opgelegd. Ten einde een te groote
verspreiding van deze artikelen te voorkomen werd bepaald, dat
de corpsen slechts kunnen worden opgericht in plaatsen, waar
een garnizoen aanwezig is dan wel een landstormafdeeling onder
de wapenen komt.
Op veler verzoek werd bepaald dat ook zij, die vroeger reeds
reserve- of dienstplichtig zijn geweest en sedert van dienstplicht
werden ontslagen, zich wederom en thans vrijwillig aan
de dienstplichtbepalingen kunnen onderwerpen. Nadat op een
daartoe strekkend verzoek gunstig is beschikt, kunnen zij zich
aansluiten bij een der vrijwillige oefencorpsen.
Teneinde en indruk te geven van de te houden oefeningen,
volgt hieronder een beknopt programma, zooals door de Leger
leiding voor de vrijwillige oefencorpsen werd vastgesteld.
762
De beschikbare oefendagen worden verdeeld in periodes van 6 oefendagen,
te bepalen door den Leider. In deze 6 oefendagen moet het volgende worden
beoefend