Voorts nog dit. Hiervoor is aangegeven, dat de bewapening en
uitrusting van de vrijwillige oefencorpsen door het leger in bruik
leen worden verstrekt.
Met de stadswachten is zulks niet het gevalzij zullen de aan
schaffing van het benoodigde zelf moeten bekostigen, d.w.z. wij
allen te zamen zullen dit moeten doen door op onbekrompen wijze
bij te dragen in de „Krachtig Indië"-actie, welke thans uitsluitend
op dit doel is gericht. Daarom wekken wij den lezer op, aan deze
actie op even onbekrompen wijze zijn geldelijken steun te ver-
leenen als eerst aan het „Koningin Wilhelmina oorlogsfonds".
Wij eindigen tenslotte met een tweetal aanhalingen uit de 27
Juli j.l. door dr. Mansvelt voor de Nirom-microfoon gegeven uit
eenzetting.
764
woonde begroeide 'terreinen, kampong-complexen e.d. uit een richting,
waaruit men niet wordt verwacht.
g. Met grootere afdeelingen, bijv. 1 of 2 sectiën, stadsgedeelten of kam
pong-complexen afsluiten met het doel het binnendringen te beletten of
het ontvluchten daaruit tegen te gaan.
h. Het snel instappen in auto's met het oog op het vervoer van afdee
lingen per auto het snel verlaten van het voertuig.
De Stadswacht wordt geen schutterij, schietvereeniging of andere vage
vorm van defensiemaatregel. Dit instituut is naar doel en vorm nauwkeurig
bepaald. Dit doel is een organisatie te scheppen in den rug van het Leger
ter bescherming van strategische en andere vitale punten, een gewapende
macht te vormen van voldoende sterkte en paraatheid om op te treden
tegen aanvallen van de 5de colonne of van parachutisten, zoodat voor dat
doel geen krachten aan het Leger onttrokken behoeven te worden.
(Bewapening en organisatie van deze corpsen hangen dan ook ten nauwste
samen met dit doel.
De Stadswachten hebben in de eerste plaats een locale taak vandaar
de naam. Zij zullen echter geen op zichzelf staande organisaties vormen,
maar deel uitmaken van het Leger en geheel op militaire wijze worden
opgeleid, geoefend en georganiseerd.
Het Vrijwillig Oefencorps, dat zijn ontstaan dankt aan het prijzenswaardig
initiatief van de Vereeniging van Reserve-Officieren, is geen strijdorganisatie,
doch niet anders dan een oefenings- en opleidingsinstituut voor militie- en
landstormplichtigen, waarvan oorspronkelijk alleen het Leger profijt zou
trekken. De bedoeling is nu ook voor de Stadswacht de algemeene militaire
africhting toe te vertrouwen aan het Vrijwillig Oefencorps, dat zijn oplei
dingscapaciteit dan ook zal moeten uitbreiden en dat zich thans ook zal
gaan toeleggen op de opleiding van nog geheel ongeoefenden. Degenen,
die geschikt zijn bevonden, zullen, voorzoover zij niet ingelijfd zijn bij het
Leger, overgaan naar de Stadswacht, waar zij een op het speciale doel
gerichte na-opleiding ontvangen.