politico's met name die van de beide bevoorrechte stammen,
de Tagalogs en de Visayans x) handig gebruik wisten te maken
om hun invloed te vergrooten. Ook de wisseling elke vier jaar
van het presidentschap der Vereenigde Staten van Amerika,
welke opzettelijk de mogelijkheid opent tot radicale wijziging van
de gevoerde politiek, was en is verre van bevorderlijk voor het
volgen van een vaste lijn, hetgeen in de koloniale politiek ten
eenenmale is vereischt. „We are bad colonisers", zeide mij een
Amerikaansch professor, die over Java had gereisd, eraan toe
voegende dat wij Nederlanders het veel beter doen.
14 November 1935 werd de „Commonwealth" ingesteld, waartoe
in 1934 bij de Tydings-Mc.Duffie-act was besloten, en maakte de
laatste Gouverneur-Generaal plaats voor een „High-Commis-
sioner". De commonwealth-periode vormt een overgangstoestand
naar de bij de dezelfde wet per medio 1946 in uitzicht gestelde
volledige onafhankelijkheid. De President der Commonwealth
sedert de instelling Manuel E. Quezon (een Spaansche mesties) 2)
is bekleed met uitgebreide bevoegdheid. Er is een wetgevend
lichaam, het „Congress", waarvan Osmena, een Chineesche mesties
en groot vriend van Quezon, voorzitter is. In de practijk is de
president volgens velen reeds nagenoeg een dictator. Quezon, een
impulsief man en handig diplomaat, en Osmena, een bedaard man
met een zeer helderen geest en een hard werker, vullen elkaar
op schier ideale wijze aan. De High-Commissioner, thans Mr.
Sayer, is de vertegenwoordiger van den President der Ver. Staten;
hij heeft beperkte bevoegdheid. Slechts enkele aangelegenheden,
zooals diplomatieke vertegenwoordiging, de dienst van in- en
uitvoerrechten en de defensie, zijn nog aan Amerika gebleven.
Mc.Nutt, de vorige High-Commissioner, die na een periode van
slapte het Amerikaansche prestige herstelde en de Philippijnsche
politico's ter dege in de 'hand hield, is met den Gouverneur-
Generaal Wood een der weinige reëele staatslieden geweest, die
men onder de Amerikaansche bewindslieden in de Philippijnen
heeft kunnen tellen. Hij was een krachtig bestrijder van de ge
dachte aan volledige onafhankelijkheid en stelde kort geleden,
na zijn aftreden, een algeheele herziening van het onafhankelijk
heids vraagstuk der Philippijnen voor en wel in dien zin, dat de
banden tusschen de Vereenigde Staten en de Philippijnen in stand
blijven onder óók voor de Amerikanen gunstige voorwaar-
769
1) Bevoorrecht, omdat zij de Amerikanen in 1898 tegen de Spanjaarden
hebben geholpen.
2) Vermelding verdient hier de opstand der Sakdalisten in Mei 1935,
o.m. een uiting van afkeer tegen Quezons leiding. De opstand werd spoedig
bedwongen.