ceerd. De mijnen zijn in Amerikaansche, Nederlandsche (concern Marsman) en Spaansche handen. Hennep („Acaba") is van de eerste naar de vierde plaats afgezakt. Het wordt thans vooral door de Japanners op Mindanao verbouwd, nadat de Amerikanen, die minder goedkoop werkten (1 Amerikaansche werkkracht kost even veel als 12 Japansche), hun pogingen opgaven. Wij zagen te Davao verschillende Japansche ondernemingen, vezelfa- brieken en zelfs een proefstation. Concurrentie wordt tegen woordig ondervonden van de sisal van Java en Sumatra. De goede soorten acaba gaan naar de Vereenigde Staten en Engeland, de minder goede naar Japan. De groote touw- slagerij aan de monding van de Pasig-rivier te Manila is een der bezienswaardigheden van de stad. Voorts is er de tabakscultuur, waarin 600.000 personen een bestaan vinden, de sigarenindustrie, de rijstbouw, hand weverij (huisindustrie), de winning van ijzererts enz. De bloeiende landbouw, mijnbouw en industrie maken het mogelijk, dat het landsbudget thans P. 90 mm. kan beloopen, waarvan jaarlijks 20 mm. benoodigd is en zal blijven voor de, thans nog in opbouw zijnde, weermacht, welke de onafhan kelijkheid der Philippijnen m.i.v. 1946 zal moeten waarborgen. Wordt de onafhankelijkheid inderdaad in 1946 toegekend, dan zullen de Amerikaansche invoerrechten ook voor de Philippijnsche producten gelden en zullen deze moeten mededingen op de vrije markt, waarbij zij door de hooge kostprijzen (t.g.v. den hoogen levensstandaard en overdreven sociale maatregelenonlangs werd bij de wet bepaald, dat het minimum dagloon 1 Peso bedraagt) en gemis aan voldoend wetenschappelijke voorlichting ernstig in het nadeel zullen zijn. Naar bevoegde beoordeelaars te kennen gaven zal het landsbudget door deze economische moeilijkheden stellig tot ongeveer P. 20 mm. terugloopen. De levensstandaard zal dan onherroepelijk evenzeer moeten dalen. De aanleg en het onderhoud van wegen en de bevordering van stadsschoon, waaraan thans enorme sommen ten koste worden gelegd, zullen aanzienlijk moeten worden ingekrompen en ook de defensieuitgaven zullen tot een fractie van de huidige moeten .worden teruggebracht. Maar wat zal van het defensieplan Mc.Arthur waarover hierna overblijven Naarmate 1946 en daarmede de onafhankelijkheid nadert, begin nen ook de Philippino's die daar onder den invloed van en uit vrees voor de politico's jarenlang om riepen, het groote gevaar van de volledige zelfstandigheid te onderkennen. Men krijgt den indruk, dat de politico's zelf met Quezon aan het hoofd dat gevaar terdege inzien en deswege wel terug zouden willen, maar dit thans moeilijk meer kunnen omdat zij toch vooral tegen over hun volgelingen geen „face" willen verliezen. 771

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1940 | | pagina 67