775 voor den werkman, de grond voor den boer" was de leuze maar de boeren merkten al gauw dat deze wel verre van hun de vrijheid te geven, hen als staats-hoorigen aan hun akkers bond. Niettegenstaande de pogingen van Stalin, blijft er een stom verzet tegen het regiem bestaan in de kringen van de boeren, die in werkelijkheid driekwart van de heele Unie uitmaken. In 1935 begonnen in de partij eveneens onordelijkheden en de verwarring werd zoo groot, dat Stalin het in 1937 noodig vond om een algeheele zuivering te gelasten waar maarschalk Toukhatchevski het slachtoffer van werd. Het verbond met Nazi-Duitschland heeft de menschen uit hun evenwicht geworpen, de beestachtigheden van de Gepoe hebben de bevolking geter roriseerd maar zij hebben evenzeer een doodelijken haat doen ontbranden. De eenheid bestaat niet meer binnen de partij en de links-doctrinairen intrigeeren er met liberale opportunisten tegen de zuivere communisten. De bevolking van heele gebieden is niet communistisch, de Oekraïne met zijn 45 millioen zielen, Turkestan, Azerbeïdjan, Georgië. Toen de oorlog uitbrak zijn er nog veel zuivere communisten gearresteerd en gedeporteerd. De moordende slagen in den oorlog tegen Finland hebben tenslotte eenige beweging veroorzaakt. Het volgende pamflet werd in Januari 1940 verspreid, het ging van hand tot hand door alle kringen van het volk in de Sovjet-Unie: „Stalin ziet, dat het communisme ineen zal storten, maar roept niette genstaande dat feit zonder zich te schamen de Duitschers om het in nocd verkeerende proletariaat te redden. Binnenkort zal aan dat alles een einde komen en dan zal het weer kunnen ademhalen." Het zijn nog maar woorden, maar men zegt dat het Centrale Comité erg onder den indruk is geraakt van het succes dat dit schotschrift had. HET ROODE LEGER. a) Samenstelling. In deze verwarde situatie is het leger, zoogenaamd „rood", de eenige steun voor het regiem en het is in een strijd cp leven en dood gewikkeld. Men zal begrijpen, dat Stalin alle mogelijke maatregelen heeft moeten nemen om te zorgen, dat dit leger zoo „zuiver communistisch" mogelijk was. Men zal eveneens begrijpen, dat die maatregelen niet alle even geschikt zijn om de manschappen tot moedigen tegenstand tegen een buitenlandschen vijand te prikkelen. De geheele bevolking is dienstplichtig, maar de mannen die zich ieder jaar melden bij de commissie voor revisie bestaan voor 80 uit boeren en wij weten reeds hoe die over het regiem denken. De commissie-leden hebben dus opdracht om te zorgen dat het leger in vredes-tijd zooveel mogelijk bestaat uit soldaten, die reeds eenig bewijs van hun „loyaliteit en trouw" hebben gegeven. De groote massa wordt in de reserve gezet, waar zij slechts een zeer beperkte militaire opleiding ontvangen. Ziehier de cijfersvan de 1.500.000 dienstplichtigen moeten er ongeveer 400.000 opkomen en daaronder zijn ongeveer 160.000 boeren, dus geen 80% maar slechts 40%. De arbeiders, die 10 a 12% van de Russische bevolking uitmaken, vormen 45 tot 50% van het effectief. Hieruit blijkt wel, dat dit leger geen beeld geeft van de bevolking, maar dat het slechts het instrument van de partij is. Misschien is dit leger voldoende om in tijden van oorlog de rust in het binnenland te handhaven. Maar het is zeker niet voldoende krachtig om een oorlog van een eenigszins langeren duur vol te houden tegen een sterke buitenlandsche legermacht, zelfs niet met deze totale sterkte van 2 millioen man. In dit geval is mobilisatie noodzakelijk, d.w.z. men moet een beroep doen op de massa en dus op de boeren. Dit beroep wordt des te dringender daar een moderne oorlog een enorme industrieele krachts inspanning vraagt. Veel gespecialiseerde arbeiders zullen dan niet in de eerste plaats aan het front noodig zijn maar wel in de fabrieken. En zoo zal dus het leger voor het grootste deel uit boeren bestaan. Boeren, die het regiem vijandig gezind zijn, die vrijwel geen militaire oplei ding hebben gehad. Boeren die van nature vredelievend en berustend zijn die zeker moedig genoeg zouden vechten wanneer het ging om de ver-

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1940 | | pagina 71