776
dediging van hun eigen grondgebied, maar die buitengewoon afkeerig staan
tegenover een expeditie naar het buitenland.
b.) Het kader. Een ander zwak punt in het Sovjet-leger, is het gebrek
aan behoorlijk commando in alle rangen. In 1937 telde het Russische leger,
toen 1 millioen man sterk, 45.000 officieren. Daarvan hadden slechts 5000
afkomstig uit het oude Tsaristische heir een normale militaire leerschool
doorloopen. Voorts kwamen 25.000 officieren uit de Sovjet-scholen en 15.000
hadden totaal geen opleiding ontvangen, noch militair noch algemeen velen
onder hen konden lezen noch schrijven.
Het recruteeren van officieren gaat als volgt. Onder de onderofficieren
en soldaten worden degenen, die geschikt lijken om te commandeeren
uitgezocht. Een politiek commissaris zoekt hier de communisten van 18
a 20 jaar uit en laat hen een lijst invullen, met honderden vragen over de
opvattingen van familieleden, vrienden, liefhebberijen, enz. Arbeiders worden
bij voorkeur uitgekozen, boeren komen gewoon niet in aanmerking.
„HOOGERE" KRIJGSSCHOOL.
Het peil van een militaire school in de Sovjet-Unie verheft zich niet
boven dat van een gewone lagere school in een of ander dorp, maar het
onderwijs is vooral revolutionnair. De keien doorloopen daarna de krijgs-
academie in twee jaar tijds, zij zijn bestemd voor de hoogere rangen. Het
onderwijs op deze hoogere krijgsschool begint met de tafels van vermenig
vuldiging
Overigens interesseeren de heeren uit Moskou zich niet in de eerste plaats
voor de vakkennis van de officieren maar veel meer voor hun politieke nei
gingen en wat dat (betreft worden zij door de geheimzinnige organisatie, die
de „N.K.V.D." genoemd wordt, van zeer nabij gade geslagen. 'Laten wij hieraan
toevoegen, dat niets wordt nagelaten om zeker te zijn van de loyaliteit van
het kader. De officier, die goed staat aangeschreven geniet overal voorrechten
en zijn familie kan zeker zijn van een lang en gelukkig leven. In een land,
waar gebrek en hongersnood aan de orde van den dag zijn, kunnen normale
karakters moeilijk weerstand bieden aan dergelijke argumenten, maar het
systeem is minder geschikt om helden te kweeken.
In ieder regiment en in iedere compagnie is een „partij-comité" te vinden.
Het is samengesteld uit soldaten en wordt vertegenwoordigd door een politiek
commissaris,die alle handelingen van een officier nagaat, zijn bevelen aan
een bespreking onderwerpt en deze dikwijls ook annuleert. In werkelijkheid
heeft een officier geen macht, geen autoriteit. Hij is niet meer dan een tech
nisch instructeur, die opdrachten uit moet voeren. De ware macht-hebber
is de politieke commissaris.
Het is duidelijk, dat de officier weinig lust voelt om initiatief te nemen
of verantwoordelijkheid te dragen. Toch kan hij zich door passief te blijven
niet vrijwaren tegen een arrestatie of een „Zuivering", die in drie jaar
tijds aan drie van de vijf maarschalken en aan 50.000 officieren het leven
of de vrijheid heeft gekost.
Het oordeel van kol. Grasset is niet veel meer dan vernietigend.
Is dit het leger, dat de nederlaag bij Tsjangkoefeng zou hebben
gewroken door bij Nomonhan Japansche strijdkrachten verplet
terend te slaan Men zou haast gaan twijfelen aan de juistheid
van schrijvers beschouwingen Hetzelfde dagblad bevatte 8 Juli
een opstel over het Russische fiasco in Finland. Hoewel van
onbekende hand, verdient het de aandacht, omdat het Grasset's
oordeel onderstreept.
Talloos zijn de voorbeelden van gebrek aan agressiviteit en aan plichts
gevoel, van technische onkunde en van passiviteit. Laten wij als voorbeeld
nemen de veertiende divisie, die om maar niet te hoeven te vechten, op