787 op de uitlating van den heer Mogot, dat de weermachtsversterking eerst betrekkelijk korten tijd geleden is ter hand genomen, stelt de Reg. de onloochenbare feiten, dat slechts een luttel aantal jaren geleden t.a.v. de verdediging van N.I. in overeenstemming met de meerderheid van dit college een politiek van uiterste soberheid moest worden betracht als gevolg van de zwakke budgetaire positie, waardoor het onmogelijk was de defensie middelen op een hooger peil te brengen. Nochtans zijn toen reeds eenige maatregelen genomen, welke rekening hielden met de ontwikkeling van de internationaal-politieke situatie. Onmiddellijk nadat die ontwikkeling een ongunstigen loop begon te nemen, dat is in 1936, is een aanvang gemaakt met de uitbreiding en modemiseering van de weermacht, en werd o.a. besloten tot oprichting van gemech. eenheden. De heeren Janssen en Verboom mogen hieruit ontwaren dat de Reg. de beteekenis van de moderne wapens met name van luchtmacht en mecha niseering heeft onderkend lang voordat de feiten spraken en dat de meening, alsof men ook in N.I. van militaire zijde nog steeds rekent met oude waarden, geheel ongegrond is. Volmondig erkent de Reg. dat de gebeurtenissen op en na 10 Mei verrassingen hebben gebracht in dien zin, dat van het moderne oorlogsmaterieel enorme hoeveelheden zijn ingezet en dat strijdmethoden zijn toegepast, welke tot dusver onwaardig en onmogelijk werden geacht. Dat de Reg. dit niet jaren geleden heeft voorzien, zal Haar wel niet worden verweten. Dat de moderniseering van het leger nog niet zoover is gevorderd als zoowel Reg. als Volksraad zouden wenschen, moet in hoofdzaak hieraan worden toegeschreven dat de wapenfabrikanten reeds in 1936 lange leveringstermijnen bedongen voor vele wapens zelfs langere termijnen dan thans zoodat aan het tempo van de uitbreiding van het leger zeer bepaalde grenzen werden en nog worden gesteld, waarop Zij geen doorslaggevenden invloed kan uitoefenen. Verscheidene bestellingen, welke drie jaren geleden werden geplaatst zijn thans nog niet geheel afgewerkt. Zouden dus, om een voorbeeld te noemen, in dien tijd duizend kanonnen meer zijn besteld, dan zou er thans geen kanon meer in Indië zijn dan nu aanwezig is. Ook thans moet worden gewaarschuwd voor een overschatting van de leveringscapaciteit van het buitenland. Weliswaar is de productie sedert het begin van den oorlog sterk gestegen, doch dit is evenzeer het geval met de behoeften. De Reg. stelt echter alles in het werk om de plaatsing en de uitvoering van bestellingen te bespoedigen. Zij schroomt daarbij niet, zoo noodig van den normalen gang van zaken af te wijken en nieuwe wegen te zoeken de heeren C. C. van Helsdingen, Kan, Mussert en Verboom kunnen hier omtrent dus gerust zijn. De Legercdt. wordt niet, zooals de heer Janssen vreest, door het Dept. van Fin. of de Rekenkamer geremd integendeel, deze organen verleenen de grootst mogelijke medewerking. Wanneer een order kan worden geplaatst hetgeen wil zeggen dat de fabrikant de uitvoering op zich neemt dan wordt daartoe overgegaan, ook al zou het benoodigde crediet nog niet zijn gevoteerd. Zoo zijn de bestellingen van het vliegtuigmaterieel, waarvoor in deze begrooting de credieten zijn aangevraagd, reeds thans voor het grootste deel geplaatst. Ook met de aanschaffing van geweren, mitrn. en pag. werden, dank zij de bemoeiingen van de N.I. inkoopinstantie in Amerika, reeds bevredigende resultaten bereikt. De pogingen tot verkrijging van het overige, benoodigde materieel worden krachtig voortgezet. De beschouwingen van den heer Janssen over de organisatie van het leger, de beteekenis van mechanische wapens op den grond en in de lucht zijn zooeven reeds ten deele in het kort behandeld. Het voorbeeld van Duitschland, ook voor wat betreft het geheel ingesteld zijn van het econo misch en maatschappelijk leven op den oorlog, is dat van een totalitairen, op machtsvergrooting tot eiken prijs belusten staat. Dit voorbeeld zonder beper king of wijziging te volgen, zal ook de heer Janssen niet wenschen, doch

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1940 | | pagina 83