791 voor het oogenblik noodig is overigens zijn de noodige voorbereidingen getroffen om op korten termijn daartoe te kunnen overgaan. De heer Lapian heeft wederom den wensch geuit, de bezoldigingen der niet-Eur. militairen gelijk te maken aan die van hunne Eur. rang- en stand- genooten het geachte lid heeft daartoe met de heeren Thamrin en Soang- koepon een amendement ingediend. M. d. V. In vorige jaren is reeds meer malen uiteengezet, dat de differentiatie in betaling op het uitgesproken ver schil in voorwaarden berust, waaronder beide categorieën van militairen hier te lande leven. Het valt immers niet te ontkennen, dat er verschillende factoren zijn, welke het leven voor de Eur. soldijgenietende militairen hier te lande duurder maken dan voor hun niet-Eur. kameraden, hetgeen een hoogere soldij motiveert. De behoeften van deze Eur. militairen zijn anders dan die van hun niet-Eur. rang- en standgenooten. Men moet ten aanzien van de sol dijen niet streven naar gelijkheid doch naar billijkheid gelijkheid zou in dit geval tot onbillijkheid voeren. Dit is het standpunt, hetwelk de Reg. telkenmale, wanneer dit onderwerp aanhangig werd gemaakt, na rijpe over weging juist heeft bevonden. Er heeft zich in den laatsten tijd geen nieuw gezichtspunt voorgedaan, waarin aanleiding zou kunnen worden gevonden voor een herziening van het evenvermelde standpunt. De bruto uitgaven van den geheelen dienst bedragen, alle aanvullende begrootingen inbegrepen, welke tot heden bij den Volksraad zijn ingediend, 752.000.000.waarvan 603.000.000.voor den gewonen dienst en 149.000.000.voor den buitengewonen dienst. Hiervan is bestemd voor militaire uitgaven voor leger en vloot inclusief militaire pensioenen voor den gewonen dienst 139.000.000.en voor den buitengewonen dienst 98.000.000. Daar het voor een juist inzicht aanbeveling verdient, uit te gaan van de netto uitgaven worden hieronder deze gegevens, na aftrek van evenbedoelde blokkeeringen gegeven Geheele dienst 492.000.000. Gewone dienst 397.000.000. Waarvan militaire uitgaven 121.000.000. Buitengewone dienst 95.000.000. Waarvan militaire uitgaven 84.000.000. na aftrek van de opbrengst van het defensie-uitvoerrecht. Van een in verdrukking komen der niet-militaire uitgaven is dus geen sprake buiten bedoelde blokkeeringen zijn de niet-militaire landsuitgaven aan geen verdere beperking onderworpen. Ten slotte rest mij nog in te gaan op een vraag van den heer Janssen omtrent toekenning van de Militaire Willemsorde en een klacht zijnerzijds over geringe belangstelling van hooge autoriteiten voor de prestaties van leger en vloot. Of en zoo ja welke benoemingen in de M.W.O. hebben plaats gehad is der Reg. niet bekend. Zij twijfelt er echter niet aan dat deze benoemingen zullen geschieden en worden bekendgemaakt zoodra daartoe op grond van de vereischte gevechtsrapporten en getuigenverklaringen kan worden over gegaan. De veronderstelling van den heer Janssen omtrent gebrek aan belang stelling van de zijde van onze hoogste autoriteiten van leger en vloot is niet juist. Afgescheiden van het feit dat deze belangstelling niet uitsluitend schuilt in het brengen van bezoeken, zijn in den laatsten tijd wel degelijk bezoeken aan troepenafdeelingen en verdedigingswerken gebracht. In de op 15 Juni j.ï. voor den Volksraad door den Gouverneur-Generaal gehouden rede en ook elders is duidelijk blijk gegeven van waardeering voor de wijzen waarop Bestuur, Politie, Leger, Marine en vrijwillige hulpkrachten hun taak vervullen. In deze waardeering doet Zij voor niemand onder.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1940 | | pagina 87