Aan ihet Regeeringsantwoord in tweeden termijn ontleenen wij nog het volgende 792 Uit de 'beschouwingen in tweeden termijn van de zijde van het College is wel gebleken, dat het Reg.antwoord in eersten termijn in menig opzicht ver helderend heeft gewerkt en naar de meening van het geachte lid den heer Kan bij een groot deel van onze gemeenschap een goeden indruk heeft ge maakt. De Reg. heeft zulks met voldoening vernomen Zij is den verschillen den sprekers erkentelijk, die van hun waardeering voor het antwoord in zijn geheel of voor belangrijke passages daaruit hebben blijk gegeven. Er is tegen de eerste passages van het Reg.antwoord, waarin een oordeel over de debatten in eersten termijn werd uitgesproken, door enkele leden opgekomen in dien zin, dat het de plicht van den Volksraad is om critiek, ook al is zij onaangenaam, te doen hooren, wanneer de leden daartoe aanleiding vinden, en voorts, dat slechts de meening van het grootste deel der samen leving is vertolkt. De Reg. heeft naar Haar meening in evenbedoelde passage duidelijk doen uitkomen dat Zij critiek niet vreest dit geldt uiteraard ook onaangename critiek. Het gaat er slechts om en dit was de strekking van de inleiding van het Reg.antwoord de critiek te uiten of de gevoelens van de gemeen schap te vertolken op een wijze, welke, zonder aan de waarheid te kort te doen, in dit tijdsbestek een bedarende en bemoedigende uitwerking kan héb ben, althans niet een tegengesteld effect. Den heer Roep moge ik echter nog verklaren, waarom de Reg. het op prijs zou hebben gesteld, indien de bekende gedachtenwisseling omtrent de land stormcommandanten was gestaakt na hetgeen in de Memorie van Antwoord ter zake was medegedeeld. De Reg. heeft hier namelijk gedacht aan de bijzon dere verhoudingen tusschen commandant en ondergeschikten, welke in elk leger moeten worden in acht genomen opdat elke leger-afdeeling ook in de moeilijkste gevechtsomstandigheden blijve een hecht geheel, dat onvoorwaar delijk de bevelen van den commandant opvolgt. Daarom wordt de ondergeschikte opgevoed in dezen geest, dat hij den boven hem gestelden commandant heeft te gehoorzamen en te eerbiedigen. Daarbij past niet een openbare of collectieve behandeling van grieven of klachten tegen dien commandant. De heer Kan is nog teruggekomen op de aanschaffingspolitiek en gaf daarbij o.m. een (beeld van de door hem veronderstelden gang van zaken bij afle veringen. Het gegeven beeld moge ten aanzien van tal van producten juist zijn, bij de bewapeningsindustrie is een andere ervaring opgedaan. De normale gang van zaken is hier, dat in de eerste maanden bij geschut soms zelfs in de eerste twee jaren na het plaatsen van de bestelling niets de fabriek ver laat. Vangen de afleveringen daarna aan, dan geschiedt dat als regel zoo, dat per maand aanvankelijk minder dan het gemiddelde wordt geleverd. Een grootere bestelling leidt niet automatisch tot een grootere maandelijksche aflevering, doch veelal slechts tot een evenredig langeren totalen leverings termijn. De Regeering onderschrijft echter ten volle, dat thans bij den aankoop van wapenen en munitie andere wegen moeten worden bewandeld van voorheen. Dit geschiedt dan ook. Het inkoopbureau wordt niet aan zijn lot overgela ten. Nederland was vertegenwoordigd in de geallieerde inkoopcommissie en zal nu die commissie door het uittreden van Frankrijk is uiteengevallen een zetel krijgen in de nieuwe ÏBritsche commissie. Ook op de betrokken regeeringen wordt een beroep gedaan, terwijl tenslotte ook de andere door den heer Kan bedoelde wegen worden bewandeld. Nu ik het toch heb over bestellingen moet ik nog even terugkomen op de mededeeling in de Memorie van Antwoord, dat nog grootere aantallen vlieg tuigen dan waarop in de begrooting is gerekend volgens de thans bekende gegevens niet op redelijk korten termijn zijn te verkrijgen doch dat, mocht

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1940 | | pagina 88