5. VALSCHERMTROEPEN
door
E. T. KENGEN,
Luit.-Kolonel der Militaire Luchtvaart.
In ondervolgend artikel zullen wij geen diepgaande beschouwing
geven over valschermtroepen doch een aanvulling op het reeds
daarover in het I.M.T. gepubliceerde.
Als militair transportmiddel is het valscherm vooral buiten de
militaire luchtvaart geruimen tijd met terughouding en wantrou
wen beschouwd. Dit is zeker niet onbegrijpelijk. De groote mate van
gebruikszekerheid van de moderne parachute was immers alleen
aan de onmiddellijke gebruikers bekend, terwijl ondeskundigen
er slechts een zeer teere luchtreddingsboei in zagen, van welker
gebruik zonder noodzaak een ieder een hevigen natuurlijken af
keer had.
De valschermsprong uit een speciaal daartoe ingericht trans-
sportvliegtuig kan echter volkomen ongevaarlijk worden genoemd,
in tegenstelling b.v. met den noodsprong, welken een misschien
zelfs gewonde jachtvlieger zal hebben uit te voeren, uit een red
deloos geschoten vliegtuig en vaak veel vergt van de handigheid
en tegenwoordigheid van geest van den piloot.
Bovengenoemd wantrouwen was zeker niet vreemd aan de late
onderkenning van de zuiver militaire waarde van het valscherm.
Voor Duitschland zijn de resultaten van het tijdig onderkennen
der daarin schuilende mogelijkheden echter niet uitgebleven. Reeds
in het in 1932 verschenen, toenmaals sterk opzienbarende, boek
van majoor von Helders, „Luftkrieg 1936", vindt men een beschrij
ving van een landing op de Z.O.-kust van Gr. Brittannië, waarbij,
als voorhoede, valschermdetachementen en luchtinfanterie werden
geland.
De landen, welke het meest ruchtbaarheid gaven aan wat zij
op dit gebied nastreefden, waren Rusland en Frankrijk. Wij laten
hieronder eenige gegevens volgen uit Fransche bron.
De bewapening der Fransche valschermtroepen bestond uit een
lichten mitrailleur, een geweer kal. 7.5 mm met intrekbare bajonet
en omklapbare aluminium kolf alsmede een pistool. Deze wapens
en de munitie werden in lederen foudralen aan den gordel gedra
gen. Zoodra de springer op ongeveer 50 m van den grond was
741