14. UIT DEN VOLKSRAAD.
In de M. v. A. op het Afdeelingsverslag over de 6de aanv.
begr. deelde de Regeering o.m. het volgende mede
783
De uitgaven voor de weermacht vinden volgens de bestaande plannen z.v.m.
voortgang. Daarmede zijn voor het leger aan materieele aanschaffingen
bedragen tot een totaal van rond 170 mm betrokken. Verdergaande plan
nen zijn bij de weerbaarheidscommissie in beschouwing, zoodat terzake thans
nog geen mededeeling kan worden gedaan.
De Volksraad kan er van overtuigd zijn, dat de Reg. geen mogelijkheid
tot wezenlijke en snelle versterking van de weermacht ongebruikt zal laten
voorbijgaan. Wanneer daartegen wordt opgemerkt, dat zulks niet voldoende
blijkt uit het bedrag van de thans aangevraagde credieten, dan valt te
bedenken, eenerzij ds dat bij de vorige begrootingen reeds aanzienlijke
credieten zijn toegestaan, anderzijds, dat ten aanzien van hetgeen mogelijk
en op korten termijn te verwezenlijken is een grens wordt gesteld door de
leveringscapaciteit en het voor N.I. beschikbare productievermogen der ver
schillende wapenfabrieken in het buitenland.
Gelet op laatstbedoelden factor verwacht de Reg., dat in het loopende
jaar niet meer zal kunnen worden besteed dan de evenbedoelde reeds toege
stane credieten vermeerderd met hetgeen in de voorliggende aanv. begr.
voor oorlogsmaterieel is uitgetrokken. Mocht zulks wel het geval blijken te
zijn dan zal de Reg. niet aarzelen, bij aanvullende begrooting nieuwe cre
dieten te vragen. De te volgen gedragslijn is dus deze, dat er aan vliegtuigen,
wapenen en munitie wordt besteld, wat de fabrieken in 1940 en 1941 voor
N.I. kunnen afleveren voor de betalingen, welke daartoe in 1941 moeten
worden gedaan, zullen de bedragen uiteraard ten laste van de begr. van
dat jaar worden gebracht. Hiermede is verklaard dat voor de versterking van
luchtstrijdkrachten in 1940 op ruim 22 mm en voor volgende jaren op
rond 50 mm wordt gerekend -beide bedragen dienen te zamen voor de
betaling van de thans te bestellen voor een groot deel is de bestelling reeds
geplaatst en in de jaren 1940 en 1941 af te leveren vliegtuigen. Het is
volslagen onmogelijk, de geheele aflevering nog in 1940 te doen geschieden.
De in het najaar van 1939 bestelde jachtvliegtuigen zijn dezer dagen ontvangen.
De aflevering van het nieuw bestelde materieel zal over enkele maanden
aanvangen en wordt daarna onafgebroken voortgezet.
Waar in de openingsrede van den Landvoogd steun aan de oorlogvoering,
de landsverdediging en de volksverheffing als doelstellingen voor 'het huidige
tijdsgewricht werden genoemd, stond daarbij geen bepaalde rangorde voor
oogen. Hoezeer ook alle krachten op de overwinning dienen te worden
gericht, is niet uit het oog te verliezen, dat de geestelijke en economische
volksverheffing mede deel uitmaakt van de weerbaarmaking en een nood
zakelijk vereischte is om een sterk defensie-apparaat te kunnen dragen.
De voorbereiding van de Inh. bevolking op een eventueelen oorlog door
middel van organisatie van de in haar levende krachten en propaganda is
een vraagstuk met vele aspecten, waarbij zoowel de middelen, welke daartoe
dienen te worden gebezigd, als de gebieden, waarop zich die weerbaarmaking
en propaganda dienen te bewegen, van veelsoortigen aard zijn. Hoewel op
dit terrein nog het noodige te doen valt, is in verschillende opzichten reeds
nuttig werk verricht.