Uit tabel III blijkt, dat het middelen de uitkomsten aanmer
kelijk verbetert, maar dat, zoolang het doel op den cop. is waar
te nemen, de zijdelingsche richting uit dit punt dient te worden
opgemeten en ingesteld op den meetplaatsbepaler.
Tabel III.
a
De in tabel III neergelegde uitkomsten bewijzen voorts, dat
het van zeer groot voordeel is, den commandopost te kiezen als
centraal punt van den meetplaatsbepaler, m.a.w. de commandopost
is directiepunt. Door een zoodanige keuze verkrijgt men een onder
vrijwel alle omstandigheden zuivere zijdelingsche richting, zonder
dat het noodzakelijk is, voor de doorzeiling te middelen.
Hiervoor is slechts de meting met groote basis behandeld. Bij
toepassing van indirecte richting met korte basis komt bij keuze
niettegenstaande voorgaande beschouwing van het direc
tiepunt in de batterij (bijv. één van de vuurmonden) nog het
nadeel naar voren, dat het geven van de eerste richting aan de
batterij niet zuiver is. Dit moge blijken uit de volgende uiteen
zetting.
Zoodra het directiepunt niet in den commandopost, doch in de
batterij is geprojecteerd, kan de in dien post opgemeten meet-
richting niet zonder meer op den trefplaatsbepaler ingevoerd en
verder door de driehoekrekenaars verwerkt worden. De meet-
richting zal in ieder geval voor de eerste maal op den meet
plaatsbepaler moeten worden gevonden. Ter verkrijging van de
811
o>
Breedte-afwijking
(in °/oo)
van de
geconstrueerde trefpunten bij ligging
a
van de lijn. cop.doel
tj
A gunstig t.o.v. de gebruikte basis
B ongunstig t.o.v.
de gebruikte basis
-a
0
a indien niet wordt
b indien wel wordt
a indien niet wordt
b indien wel wordt
cs
gemiddeld bij de
gemiddeld bij de
gemiddeld bij de
gemiddeld bij de
h
bepaling
van de d2
bepaling van de d2
bepaling
van de d2
bepaling
van de d2
2
links
rechts
links
rechts
links
rechts
links
rechts
2
3
6
3
2
0
0
7
2
4
0
0
0
0
2
2
5
3
2
6
3
6
0
0
1
4
0
0
7
0
0
0
0
3
0
0
8
3
2
4
4
9
6
2
10
5
10
3
1
1
4
11
0
0
0
0
2
2
12
3
2
0
0
1
13
5
2
3
2
14
3
1
8
4
15
0
0
1
4
1