e. De toepassing van het „Bandsysteem" voor de verdediging van Bandoeng. Ten einde een indruk te geven van het voor de bescherming van een uitgestrekt object benoodigde aantal sperballons, zullen wij nagaan, hoeveel ballons noodig zijn voor de verdediging van het gedeelte van Bandoeng, waarin de belangrijkste objecten zijn gelegen (vliegveld, D.v.O., Dep. van V. en W., station, bankge bouwen, ziekenhuizen, postkantoor, de meeste kampementen). Deze objecten bevinden zich binnen de volgende grenzen in het O. een lijn N.-Z. langs het Tjitaroemplein in het W. een lijn N.-Z. langs den W.-rand van het vliegveld Andir in het Z. de Groote Postweg. in het N. een lijn O.-W. ter hoogte van de Technische Hooge- school. De afstand tusschen de O. en W. begrenzingen bedraagt 5 km, die tusschen de N. en Z. 3 km. Zoodoende ontstaat een complex van ongeveer 5X3 km. Wanneer de afwerpafstand 2% km bedraagt (hoogte en snelheid van het vliegtuig resp. 5000 m en 300 km per uur), dan heeft de buitenste lijn, waarop de ballons moeten worden geplaatst, een lengte van 5 5 3-)-3 4X1/4(2jr X 2%) km of rond 32 km. Een zelfde berekening leert, dat de middelste en de bin nenste lijn (de onderlinge afstand van deze lijnen bedraagt 500 m) rond 29 en 25 km lang zijn. De gezamenlijke lengte van de drie lijnen bedraagt dus rond 86 km. Indien nu om de 860 m een ballon wordt geplaatst 1), dan zijn 100 ballons benoodigd, waarbij de kans, dat een vliegtuig met een vleugelspanning van 25 m met een kabel in aanraking komt, is globaal 6 (aantal rijen dat bij het heen- en terugvliegen moet wor den doorvlogen) X 25/s60 of rond 17%%. Het aantal voor de verdediging van een complex benoodigde ballons is niet evenredig met de grootte van het objecthoe grooter de te beschermen oppervlakte, met des te minder ballons zal men verhoudingsgewijs kunnen volstaan. Zijn de afme tingen van het object bijv. 10 X 10 km, dan bedraagt de totale lengte der drie lijnen, op dezelfde wijze berekend als in het geval Bandoeng, 56 -j- 53 49 158 km. Plaatst men de ballons nu ook hier om de 860 m, dan zouden bij eenzelfde „trefkans" slechts rond 184 ballons noodig zijn, dat is bij een bijkans 7 X zoo groot object nog niet het dubbele aantal (Wordt vervolgd). 821 b Door terreinvorm en bebouwing zal het uiteraard niet mogelijk zijn, de tot één lijn behoorende ballons alle inderdaad op die lijn te plaatsen, noch hun tusschenruimten steeds gelijk te doen zijn.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1940 | | pagina 25