801
TOESPRAAK,
DOOR ZIJNE EXCELLENTIE DEN LEGERCOMMANDANT
OP 30 AUGUSTUS 1940 DOOR DE RADIO GERICHT TOT HET LEGER.
Officieren, onderofficieren, brigadiers, korporaals en manschappen.
Morgen vieren wij den verjaardag van Hare Majesteit Koningin Wilhel-
mina. Sterker dan ooit gaan dit jaar onze gedachten naar Haar, onze geliefde
Vorstin, uit. Immers, na een zegenrijke regeering van meer dan veertig
jaren moest Zij het beleven, hoe Nederland in Europa werd overweldigd,
en hoe zelfs Haar leven, evenals dat Harer kinderen en klein-kinderen,
door een gewetenloozen vijand werd bedreigd.
Desondanks behield Zij Haar geestkracht, en gaf Zij Zich niet gewonnen.
Toen het duidelijk was, dat de strijd tegen 's vijands overmacht en tegen
zijn verraderlijke methoden moest worden opgegeven, besloot onze Vorstin,
den weerstand toch voort te zetten, en daarom met Hare Ministers naar
Engeland uit te wijken. Aldus heeft Zij ook thans het Oppergezag over
Zee- en Landmacht vast in handen en kunnen onze kameraden van de
Koninklijke Marine en de Koninklijke Landmacht den vijand in Europa
blijven bevechten.
Hoe gaarne zouden ook wij ginds naast hen staan en met hen strijden
voor de bevrijding van Nederlandhoe gaarne ook hadden wij op dien
tienden Mei naast hen gestaan en gestreden
Voor ons is echter een andere taak weggelegd, die niet minder belangrijk
is. Onze plaats is hier, want ook hierheen kan de wereldbrand overslaan.
Door te waken en te strijden voor het behoud van dit deel van het Koninkrijk,
waken en strijden wij ook voor de herrijzenis van Nederland. Laten wij
daarom onzen tijd goed gebruiken en doen, wat wij kunnen deen om Neder -
landsch-Indië sterker te maken.
Er is in de afgeloopen maanden in en door het leger hard aan die ver
sterking gewerkt. Vele honderden kazematten voor mitrailleurs en kanonnen
werden gebouwd, kilometers hindemissen aangelegd, verscheidene vernie
lingen voorbereid. Nieuwe pantser-afweerwapens en automatische wapens
werden bij de regimenten in dienst gesteld, nieuwe artillerie-onderdeelen
opgericht, nieuwe vliegtuigen ontvangen en gereed gemaakt. Te verwachten
is dat binnenkort elke maand het aantal vliegtuigen, vuurwapenen, pantser
en vechtwagens zal groeien.
Ook de sterkte aan manschappen neemt dagelijks toe. Eenige duizenden
oud-militairen schaarden zich weer in de gelederen jonge recruten werden
en worden in verschillende streken van onzen archipel geworven. Reserve
officieren, miliciëns en landstormers waaronder een honderdtal uit Zuid-
Afrika komen in grooter aantal en veelvuldiger dan normaal onder de
wapenen, ten einde hun geoefendheid te vergrooten en aan de sterk uitge
breide bewakingsdiensten deel te nemen. Deze zwaardere lasten niet tellend,
hebben voorts honderden dienstplichtigen, alsmede vele niet-dienstplichtigen
van verschillenden landaard, zich aangemeld voor vrijwillige oefening in de
namiddaguren en voor de vorming van stadswachten. Deze bereidheid tot
dienen, tot medebouwen aan een krachtig Indië kan niet genoeg worden
gewaardeerd en geprezen.
Velen Uwer tot wie ik thans spreek, in het bijzonder zij, die in afgelegen
garnizoenen hun diensten verrichten, kunnen dit alles niet zelf waarnemen,
omdat niet overal tegelijk de versterking plaats vindt, doch daar, waar
dit het meest noodig is. Wat op deze plaatsen geschiedt, komt echter ook
de veiligheid elders ten goede. Gij allen, in welk deel van den archipel gij
ook dient, weest er van overtuigd, dat wij voortgaan met de versterking
van het leger, ter handhaving van het Oppergezag van Hare Majesteit de
Koningin in Haar Koninkrijk. Daarvoor dienen wij en willen wij ons leven
geven.
Met deze gedachte bezield zullen wij morgen op het paradeveld staan,
en op het oogenblik dat gij voor Uwen Commandant defileert zult Gij in