8. HET OPTREDEN VAN DE „5e COLONNE EN HAAR BESTRIJDING. OORSPRONG VAN DEN NAAM. De naam „5e colonne" is ontstaan tijdens den Spaanschen bur geroorlog toen de „opstandelingen" in 4 colonnes op Madrid aan rukten en bovendien hadden gezorgd voor een sterke partij in de stad zelf, welke den „Witten" gunstig was gezind. Deze partij zou, door het stichten van wanorde en onrust in de stad, met de 4 opmarcheerende colonnes samenwerken en verkreeg als zoodanig den naam „5e colonne". DOEL VAN DE „5e COLONNE". Het principe van de „5e colonne" is door de Duitschers nader uitgewerkt en op bijna volmaakte wijze georganiseerd en toege past. Haar doel is, bij het uitbreken van vijandelijkheden door het toepassen van verraad en list in hoofdzaak in den rug den weerstand te breken en de actie van de weermacht lam te slaan. SAMENSTELLING DER 5e COLONNE. De organisator van de 5e colonne moet in de eerste plaats zorgen, dat zich in het tot slachtoffer uitgekozen land een groot aantal landgenooten bevindt, die elk hun eigen taak krijgen toegewezen. Een belangrijk onderdeel van deze taak wordt gevormd door het opnemen van contact met personen van het vijandelijke land, die overeenkomstige opvattingen zijn toegedaan. Deze moeten geheel voor het doel van den agressor worden gewonnenop hun daadwerkelijken steun moet onder alle omstandigheden kunnen worden gerekend. DE 5e COLONNE IS EEN IMMOREELE INSTELLING. Wil een „5e colonne" haar doel bereiken, dan is zij op immoreele middelen aangewezen. Voor het verkrijgen van een groot aantal landgenooten in het als slachtoffer gekozen land zal de organisator van de 5e colonne veelvuldig misbruik maken van voorrechten, welke aan officieele personen zooals gezanten zijn toegestaan. Langs slinksche wegen trachten zij officieele instellingen binnen te dringen en deze rijp te maken voor verraad dat door alle leden van de 5e colonne gedurende jaren een schandelijk misbruik van genoten gastvrijheid wordt gemaakt en in het vreemde land 838

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1940 | | pagina 42