en op de vrijwilligerskorpsen, die aan de volgende voorwaarden
voldoen
le. aan hun hoofd hebben een persoon, die verantwoordelijk is
voor zijn ondergeschikten
2e. een vast en op eenigen afstand herkenbaar onderscheidings-
teeken hebben
3e. de wapenen openlijk dragen en
4e. zich in hun handelingen gedragen naar de wetten en gebrui
ken van den oorlog.
Tegen vermomde luehttroepen kan dus door de politie worden
opgetreden, zonder dat haar een bijzondere status wordt toegekend.
Anders staat het echter met luehttroepen die optreden in de
uniform van de strijdkrachten van het vijandelijke land. Deze
troepen moeten worden beschouwd, deel uit te maken van het
geregelde vijandelijke leger. Tegen hen kan slechts worden opge
treden door het eigen leger. De politie kan eerst met de wapens
aan de afweenmaatregelen deelnemen, indien uitvoering wordt
gegeven aan het vermelde in artikel 3, lid 3, sub b van het „Leger-
mobilisatiebesluit 1939" (Stbl. 1939 nr. 583) welk artikel den leger
commandant machtigt„te beschikken over enkele categorieën
van de in vredestijd niet tot het Leger behoorende gewapende
korpsen alsmede, naar een door of naar aanwijzing van den Gou
verneur-Generaal vast te stellen regeling, over de door den Com
mandant van het Leger aan te wijzen detachementen veldpolitie,
dan wel over de binnen een door den Commandant van het Leger
aan te wijzen gebiedsdeel gelegerde veldpolitie".
De veldpolitie (of bepaalde deelen daarvan) komt(en) dan
onder de rechtstreeksehe bevelen van den Commandant van het
Leger of van de door hem aan te wijzen gezaghebbenden, die
echter gehouden zijn, de ten aanzien van dit personeel geldende
bepalingen van de reglementen van de politie zooveel doenlijk
in acht te nemen. Op de politie zijn dan de militaire straf- en
tuchtbepalingen alsmede de bepalingen van de militaire rechts
pleging toepasselijk. M.a.w. de politie wordt gemilitariseerd.
Internationaal rechtelijke moeilijkheden brengt dit niet mede
omdat de politie, zoowel de veld- als de stadspolitie, reeds voldoet
aan de hiervoor vermelde voorwaarden ad le, 2e en 3e, terwijl
aan den eisch ad 4e kan worden voldaan door het houden van
theorieën over de oorlogsgebruiken. Hiervoor werden bereids de
noodige maatregelen getroffen, terwijl tevens in bewerking is
het vaststellen van de legerrangen, waarmede de verschillende
politiefuncties zullen worden geassimileerd.
Daarnaast was het noodig, bestuur en politie bekend te maken
met de te verwachten verschijningsvormen van luehttroepen als
mede hoe daarbij te handelen. Te dien einde werden ondervolgende
„Aanwijzingen voor Bestuur en Politie voor optreden bij aanvallen
van vijandelijke luehttroepen" verspreid.
848