sing van deze methode het afweervuur zooveel mogelijk uit te schakelen, wordt het voor de landing uitgekozen terrein tevoren door andere vliegtuigen door middel van mitrail- leurvuur zooveel mogelijk schoongeveegd. 5) Bewapening. Aangezien parachutisten bij de landing verspreid neerkomen, hebben zij een krachtige bewapening (automatische wapens met munitie, handgranaten, enz.). N.B. De Duitsche parachutisten waren bewapend met een 9 mm Schmeiszer pistool met 24 patronen ook werden mitrail leurs (volgens courantenberichten -zelfs licht geschut en mortieren) medegevoerd. Voorts waren zij voorzien van handgranaten. 6) Kleeding en uitrusting. Gerekend moet worden op het optreden van luchttroepen in vermommingen. In vermomming optredende luchttroepen zijn moeilijk te herkennen is de tegenstander van een in uiterlijk verschillend ras, dan is de herkenning gemakkelijker. Doel zich mengen onder de bevolking, ten einde op deze wijze gemakkelijker de opdracht te kunnen uitvoeren. Ook moet worden gerekend op luchttroepen, gekleed in de uniform van het eigen leger. Aangezien het eigen leger geen valschermtroepen heeft en evenmin over groote aantallen trans portvliegtuigen beschikt, moet in beginsel ieder dalen van deze personen en toestellen als een vijandelijke actie worden beschouwd. N.B. De Duitsche parachutisten hadden voor 14 dagen geconser veerd voedsel bij zich. Voorts werden opvouwbare rijwielen medegenomen. De helm was voorzien van een radiotoestel voor verbinding met de vliegtuigen. 7) Hoe te handelen bij optreden van luchttroepen. A. Door de burgerbevolking. a. Algemeen 1. Door de burgerbevolking mag tegen d-e in uniform van het vreemde leger gekleede luchttroepen niet worden opgetreden niet in uniform gekleede luchttroepen staan echter buiten de bescherming van de conventioneele oorlogsgebruiken, zoodat een ieder daartegen met geweld mag optreden. 2. Een ieder die de landing van luchttroepen waarneemt, meldt -zulks op de snelste wijze. Zij, die over telefoon of middelen van versneld vervoer beschikken, zullen hierbij medewerking moeten verleenen. b. Aan wien te melden. 1. Het streven moet erop zijn gericht, dat de militaire com mandant, of indien geen militairen in de onmiddellijke 850 b Wij hebben gegronde hoop, dat dit binnenkort niet meer zal kunnen worden gezegd. Red.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1940 | | pagina 54