gerust en toonen daardoor niet alleen een afwijkend beeld van de organisatie in andere landen, doch bovendien onderlinge verschil len. Mobiliteit en vuurkracht worden z.v.m. bevorderd nadruk wordt gelegd op het offensieve karakter van de verdediging. Hoewel water- en luchtstrijdkrachten eigenlijk te kostbaar zijn, kunnen zij niet geheel worden gemist teneinde het gebruik van de Philippijnsohe wateren aan een vijand te ontzeggen, meer in het bijzonder om een groote vijandelijke transportvloot het naderen van de kust te beletten. Wegens de kosten is de keuze gevallen op snelle motortorpedobooten met kleine bemanning en bewapend met torpedo's, mitrailleurs en dieptebommen. Voorts zal een aantal snelle bommenwerpers met flinken actieradius worden aangeschaft, alsmede een aantal vliegtuigen voor de onmisbare samenwerking met de grondstrijdkrachten. De begrooting van dit nieuwe leger beloopt jaarlijks P. 16.000.000 (a 0.93). Hierbij komt een deel van het bedrag, dat vroeger voor de thans in het Philippino-leger opgenomen Constabulary beschikbaar was 3V2 millioen P.). Deze gezamenlijke kosten zijn gering in vergelijking met de uitgaven voor het .thans nog aanwezige Amerikaansche leger. De uitrusting van het leger wordt zoo veel mogelijk van de Philippijnsche industrie betrokken of van het Amerikaansche leger overgenomen. Overigens zij vermeld dat tanks, pantserauto's, zware artillerie en ander modern materieel wegens de hooge kosten niet worden aangeschaft. Dit werd voorts wegens het defensieve karakter van de weermacht niet noodzakelijk geacht. Op het gebied van uitrusting en bepakking moet nog veel tot stand komen. Mortieren, tankbuksen en helmen kent men niet. Een belangrijke vraag was, hoe tijdig aan de vereischte officieren en het benoodigde kader te komen. Beschikbaar waren officieren van de voormalige Constabulary, 26 Philippijnsche Scout-officie ren, en een 400 Philippino's die reserve-officier waren van het Amerikaansche leger. Zij vormden de kern waarmede werd begonnen, terwijl onderofficieren van de Constabulary en- van de Scouts daarbij behulpzaam waren. Het geheel werd geleid door een kleinen staf van Amerikaansche officieren die aan Gnl. Mc.Arthur was toegevoegd. Hoewel met de eischen in den beginne nog" wel wat de hand moest worden gelicht om het benoodigde personeel voor de op leiding van de eerste lichtingen te verkrijgen, werd de vorming van degelijk kader en goede reserve-officieren dadelijk krachtig ter hand genomen en werd een militaire academie voor beroeps officieren opgericht. Jaarlijks gaan voorts eenige van de beste Philippino-officieren en -cadetten naar Amerika om daar een (hoogere) opleiding te volgen. De opleiding van de dienstplichtigen geschiedt in 128 kampen, verspreid over den archipel, elk met een sterkte van 150 859

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1940 | | pagina 63