eveneens gunstig uit over de militaire kwaliteiten van den Phi
lippine.
Wat betreft de in opbouw zijnde legerluchtmacht wordt thans
nog alle aandacht in beslag genomen door de africhting van
vliegers. De vliegschool is gevestigd te Zablanfield nabij Manila.
Elders in den archipel zijn talrijke vliegvelden in aanleg. De
vliegschool staat onder Amerikaansche leiding de aanvankelijk
Amerikaansche instructeurs zijn geleidelijk door Philippino's
vervangen. Valt in Amerika op de vliegscholen van het leger
ongeveer 50 van het aanvankelijke aantal leerlingen gedurende
de opleiding af, voor de Philippino's is dit percentage aanzienlijk
hooger slechts 15 a 20 bereikt het eindpunt, maar dezen zijn
volgens den leider dan ook geheel volwaardig. Tot nu toe zou er
geen enkel vliegongeval met letsel voor den vlieger hebben plaats
gehad. Per jaar moet ieder vlieger ten minste 10 uur nachtvliegen
op zijn vliegkaart (in het archief) hebben staan. De vliegopleiding
duurt 1 jaar theorie wordt daarbij tot een minimum beperkt,
tactiek blijft geheel achterwege. Na dit jaar kan de betrokkene
alle vliegtuigtypen van het leger vliegen (dit geldt ook voor de
legervliegscholen in Amerika).
Het lichte bovenwatermaterieel voor de „Off Shore Patrol"
verdient bijzondere aandacht aangezien men dit een bij uitstek
geschikt middel acht voor den strijd zoowel overdag als des
nachts tegen bovenwater-zeestrijdkrachten (in het bijzonder
een transportvloot)welke zouden trachten de kust te naderen.
Het materieel bestaat uit kleine, zeer snelle motortorpedobooten,
welke haar groote waarde ontleenen aan de torpedobewapening
en de groote snelheid (50 knoopen). Men heeft ze den naam Q-
Quest-) booten gegeven, naar de in den oorlog van Engelsche
zijde gebruikte valschepen voor onderzeebooten en onderscheidt
twee typen, n.l. een boot, lang 55 voet met ongeveer vijf man
bemanning, en een commandoboot, lang 65 voet met ruimte voor
wat meer personeel. Een divisie Q-booten telt 6 kleine booten
een squadron telt 1 commandoboot en een of meer divisies de
flotilla (geheele vloot) zal bestaan uit een nader vast te stellen
aantal squadrons, welke over verschillende bases in den archipel
worden verdeeld.
De kleine Q-boot heeft twee motoren a 620 pk en een kleinen
motor a 75 pk. Voor kruissnelheid (7 a 8 mijl per uur) gebruikt
men alleen den kleinen motor, voor maximum snelheid ook de
beide andere. Achteruit heeft men twee gleuven aan dek, waaruit
men de 45 cm torpedo's te water laat glijden. Voorts bestaat de
bewapening uit twee inrichtingen voor het werpen van diepte
bommen, twee mitrailleurs van 12,7 mm, welke ook tegen lucht
doelen kunnen vuren, en een installatie voor het leggen van rook
schermen. Bij kruissnelheid heeft de boot een actieradius van
864