,868 vernietiging van de strategische bruggen en wegen over te gaan, hoewel ook toen nog steeds geen positieve zekerheid omtrent een Duitschen aanval bestond. In den vroegen morgen van 10 Mei te 3 uur kwamen van vele luchtwacht- posten meldingen binnen over aanzienlijke Duitsche activiteit in de lucht boven Nederlandsch grondgebied. Kon nog een oogenblik worden gehoopt, dat er slechts kwestie zou zijn van een grove schending der neutraliteit van het Nederlandsche rechtsgebied zonder een tegen Nederland gerichte agressie, reeds een kwartier later werden berichten ontvangen over bombardementen van de militaire luchthavens van Schiphol, Waalhaven, Bergen (N.H.) en de Kooy. Een oogenblik later werd eveneens bericht ontvangen, dat Duitsche troepen de Nederlandsche grens op vele plaatsen hadden overschreden. De onuitgelokte aanval van het Derde Rijk op het bevriende Koninkrijk der Nederlanden had plaats gehad zonder dat één enkele rechtvaardigings grond naar voren gebracht kon worden. Zulks kwam duidelijk aan het licht, toen 3 uur nadat Duitschland de vijandelijkheden had aangevangen, de Duitsche gezant zich op het Ministerie van Buitenlandsche Zaken vervoegde om aldaar namens zijn Regeering mede te deelen, dat aanvalsplannen der Geallieerden op het Duitsche Rijk, opge maakt met medeweten van Nederland en België, te Berlijn bekend waren geworden. De Duitsche Regeering zag zich derhalve genoodzaakt Nederland te bezetten en hoopte, dat Nederland geen weerstand zou bieden en zich onder de veilige bescherming der Duitsche weermacht zou willen stellen Op deze ten eenen male onjuiste voorstelling van zaken, welke bovendien nog werd verkondigd 3 uur nadat de Nederlandsche weermacht was begon nen zich met alle beschikbare middelen tegen den overmachtigen aanvaller te verweren, werd dan ook het eenig juiste antwoord aan den Duitschen gezant medegegeven „Nederland beschouwde zich in oorlog met het Duitsche Rijk". DE OVERVAL. Zooals reeds werd aangegeven, begon de aanval op 10 Mei des ochtends 3 uur met het bombardeeren en mitrailleeren van een aantal militaire vlieg velden. Uiteraard was de voorzorg genomen, geen' militaire vliegtuigen in de hangars te laten staan. De toestellen stonden langs de randen der vlieg velden, langs nabijgelegen groote wegen en op zooveel mogelijk geheim gehouden hulpvliegvelden verspreid opgesteld. Het resultaat der bomaan vallen op de vliegtuigloodsen was dan ook gering, het daarop volgende mitrailleeren der helaas nog op den grond in de open lucht staande vliegtuigen maakte echter vele vliegtuigen ongeschikt voor verder gebruik. Tevens werden de bewakingsdetachementen door deze aanvallen uit de lucht gedecimeerd, welke detachementen verder te kampen hadden met parachute-troepen, welke in de nabijheid van verscheidene vliegvelden waren neergelaten. Zoo konden drie der rond Den Haag gelegen vliegvelden, t.w. „Valkenburg", „Ypenbur'g" en „Ockenburg" in handen van den vijand vallen, die aanstonds de obstakels voor landende vliegtuigen, welke op deze vlieg velden waren geplaatst, uit den weg ruimde, waarop de landing van troepen- transportvliegtuigen een aanvang nam. Zoodoende was de Residentie des morgens te 5 uur omringd door aan zienlijke vijandelijke troepeneenheden, welke de verbindingswegen van Den Haag met het overige Nederland ernstig bedreigden. Hierop volgde een poging tot intimidatie van de bewoners van 's-Graven- hage, welke uiteraard alle succes miste. Even over 5 uur toch hadden eenige der talrijke vliegtuigen, welke laag over Den Haag scheerden, een viertal brandbommen op het Noordelijk deel der stad uitgeworpen, benevens een viertal brisantbommen in de omgeving van het gebouw van den Marinestaf aan den Badhuisweg. Andere vliegtuigen ratelden met hun machinegeweren

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1940 | | pagina 72